2
beschrijving van het gedeelte, dat ik bij mijn komst geheel onge
ordend gevonden had, voltooid was, werd een begin gemaakt
met het uit de afzonderlijke fiches in elkander zetten der verschil
lende inventarissen. Evenals de beide vorige jaren mocht ik hierbij
weder wekelijks de zeer gewaardeerde hulp van den Rijksarchivaris
ontvangen.
Bibliotheek.
Ook de ordening der zeer merkwaardige oude Stadsbibliotheek
kwam dit jaar in hoofdzaak gereed. Het was mij namelijk gebleken,
dat deze vroeger, waarschijnlijk door Mr. A. G. Kleijn, een mijner
voorgangers, uit verschillende oude verzamelingen was samen
gesteld. Het doel was nu de vroegere orde zoo mogelijk te her
stellen. Dit laatste is mij tamelijk wel gelukt. Vooreerst konden
de boeken gelicht worden, die indertijd door doctor Christoffel
van Campen, in 1644 te Breda geboren en in 1696 «Stadsdoctor»
genoemd, geërfd of aangekocht en na zijn verscheiden in de eerste
jaren der IS"1® eeuw op nog niet opgehelderde wijze in het bezit
der stad gekomen waren. Deze bibliotheek, die oorspronkelijk
hoofdzakelijk uit geneeskundige werken moet hebben bestaan,
zooals o.a. bleek uit een, door een gelukkig toeval teruggevonden,
eigenhandig geschreven lijst van zijn boeken met de prijzen, die
hij daarvoor betaald had, ernaast, draagt thans, door het verloren
gaan der meeste deelen, het karakter van de boekerij van een
klassiek ontwikkeld geleerde uit de 17de eeuw. De verzameling
bestaat thans nog uit 151 deelen.
Een tweede bibliotheek is die der magistraat, bestaande uit
rechtskundige werken, die voor de magistraat der stad of in het
bijzonder voor de Schepenbank zijn aangekocht hierbij zijn ook
geschenken aan de stad met opdrachten van de schenkers. Van
deze verzameling bestaat een catalogus van het jaar 1694, die
het terugvinden der boeken vergemakkelijkte een gedeelte is
echter later, voornamelijk in de jaren 17251727 aangekocht. De
magistraats-bibliotheek, die achter de hiervóór genoemde Biblio
theekVan Campen in mijn kamer in de nieuwe boekenkasten
opgesteld is, bestaat uit 313 deelen. Behalve deze boeken
waarvan door de inscripties zonder twijfel vaststond, dat zij stads-
bezit geweest zijn bleven er nog vele andere uit denzelfden
tijd en gedeeltelijk ook uit een later tijdperk der 18de eeuw over,
waarvan dit slechts vermoed kon worden. Daar nu de meeste
dezer boeken voorkomen op een catalogus van het jaar 1734,
blijkens het opschrift die der openbare bibliotheek van de stad
Breda, is het vermoeden gewettigd, dat men omstreeks dezen tijd
het plan heeft opgevat een stadsbibliotheek te stichten. In de
notulen der magistraat van 14 April 1757 vond ik bovendien,
dat de stad besloten had van den schepen Van Goor, zelf tevens