7 Door de gemeente werd in 1928 bijgedragen voor de uit gaven der commissie in dat jaar f 1200. 5e01rg°29*lns De raming der ontvangsten en uitgaven voor het jaar 1929 bedraagt 1 1900. HOOFDSTUK II. Algemeene beschouwingen. Bevolkings-, geboorte- en sterftecijfers en zuigelingensterfte te Breda. 'aartal. 3 Q. O ÜJO c c OJ O .O •o Levend ge boren per 1000 inwoners. Overleden zonder levenloos aange geven. Overleden per 1000 inwoners. Meer ge boorte dan sterfte per 1000 inwo ners. 3 -53 -O) C co cn -a i> bi t— <D "O Overleden beneden één jaar per 1000 levend geboren. O O) cc o> -J Breda Rijk. Breda. Rijk. Breda. Rijk. *0 .E ca co Breda Rijk. 1928 43678 919 21 23 3 00 T T 10.3 9.6 10.7 13 7 59 65 52 De opgave van cijfers van vorige jaren hebben geen zin, in verband met de annexatie, die in 1927 heeft plaats gehad. HOOFDSTUK III. Toestand van water, bodem en lucht en hetgeen tot verbetering daarvan verricht is. A. Waterloopen. De commissie meent, dat Breda in de laatste jaren staat voor een toestand van ernstige vervuiling der grachten en singels, zeer vermoedelijk veroorzaakt door het afvalwater der groote fabrieken als o.a. de Kunstzijdefabriek e.a. Het lid der commissie Dr. F. B. A. M. Hohmann, diende in het afgeloopen jaar bij de commissie een schriftelijk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1928 | | pagina 196