Herkomst van het monster Waterleiding Breda.
Genomen 18 Mei 1928.
N°
Physisch onderzoek
ruw water
rein water
1
Kleur. (mgr. Platina)
5
3
2
Reuk -
geen
geen
3
Smaak
4
Helderheid
troebel
helder
5
Geleidingsvermogen voorelectr- bij 18o
C- (x 10")
111
111
6
Waterstofexponent (ph- bepaald
berekend uit C02 en HC 03
6.54
7-43
N'
Chemisch onderzoek.
Milligrammen per liter
gef. water)
8 Vaste stoffen, gedroogd bij 180° C (gef
water)
9 Zwevende stoffen
10 Gloeiverlies van Nr. 8.
11 Verbruik aan Kal. perm.(KMn04) on
gef. water
12 Verbruik aan Kal. perm. (KMno4) gef
water
13 Gloor-ion. (Cl)
14 Salpeterigzuur-ion (N02)
15 Salpeterzuur-ion (N03)
16 Zwavelzuur-ion. (S04")
17 Hydrocarbonaat-ion (HC03')
18 Vrij koolzuur (C02) bepaald bij monster
neming
19 Carbonaat-ion (C03")
20 Fosforzuur-ion- (P04")
21 Kiezelzuur (Si02)
22 Zwavelwaterstof- (H2S)
23 Ammonium-ion. (NH4+)
24 Organisch ammonium. (NH4)
25 IJzer-ion- (Fe
26 (Uzer berekend als Fe203)
27 Mangaan-ion. (Mn
28 (Mangaan, bereken^ als Mn304)
29 Calcium-ion- (Ca++)
30 (Calcium, berekend als CaO)
31 Magnesium-ion- (Ng++)
32 Magnesium, beregend als MgO
33 Natrium (Na+)
34 Alkali-ion- Kalium (K+)
84
84
84
uitg. ijzerhvd.
0
6
3
6,3
3,8
4,6
16
16
16
0
0
0
0
17,7
16,5
30,5
27,5
21,0
2,4
0
0
13,0
13,6
0
0
0,25
0
0
0
4,2
0,1
6,0
0,1
0,09
0
0,12
0
11,4
11,4
16,0
16,0
2,5
2,5
4,2
4,6
