De gasopbrengst per 100 K.G. kolen was in 1927 44,33 M3.f
in 1928 50,55 M3. De cokesopbrengst was in 1928 1,72 H.L.
per 100 K.G. kolen tegen 1,50 H.L. in 1927.
De teeropbrengst was eveneens hooger daar veel minder pek-
vorniing piaats had. Het brandstof-veroruik voor verhitting van
de ovens daalde aanmerkelijk.
Besloten werd om de ovens 3 en 4 op geheel dezelfde wijze te
herstellen en te verbeteren. In Maart werd met de demontage van
deze ovens begonnen. Met het warmstoken van oven nr. 3 werd op
3 Augustus begonnen en deze oven werd op 19 September in be
drijf gesteld, terwijl oven) nr. 4 in reserve gehouden is.
Verder had aan de ovens het gewone onderhoud plaats evenals
aan de bijbehoorende toestellen en inrichtingen.
De ammoniakwaterkoeler en de bezinkputten werden periodiek
gereinigd.
De kamers werden om de 6 weken gegraphiteerd, in totaal had
den 37 graphiteeringen plaats
Centraal-generatoren.
Afwisselend waren de generatoren f en 2 in bedrijf. Behalve het
gewone onderhoud waren hieraan geen bijzondere voorzieningen
noodig.
De branders van de ovens 1, 2 en 3 werden van nieuwe afslui
ters voorzien.
Koelers.
De koelers 1, 2 (en; 3 zijn het geheele jaar in bedrijf geweest.
Ook dit jaar behoefde' nog geen waterkoeler geplaatst te worden.
Exhaustors.
Aan de exhaustors werd het gewone onderhoud verricht. Op
den grooten exhaustor werd een nieuwe sineerpomp geplaatst, het
welk een groote oliebesparing tengevolge had. Deze exhaustor
werd ook van een nieuwe zuigerstang voorzien.
Teerafschelders
De klokken van de teerafscheiders werden eenige malen uitge
nomen en schoongemaakt. De groote teerafscheider werd van een
stoomstraalinrichting voor het reinigen van de klok onder bedrijf
