11
Volgens de beroepen waren de leerlingen ingedeeld, als volgt
91 timmerlieden en bouwkundige teekenaars, 3d metselaars, bö
schilders, 28 meubelmakers, 98 smeden-machine-bankwerkers, 22
electriciëns, 2 typografen, 3 kleermakers, 2 schoenmakers, 5 wagen
makers, 5 behangers-stoffeerders, 7 stucadoors, 2 modelmakers, lü
koper-, lood— en zink-bewerkers, 5 rijwiel- en motorherstellers en
24 diverse beroepen.
Van deze leerlingen woonden er 293 in Breda en kwamen 107
leerlingen uit de aan- en om-liggende gemeenten, o. a. uit üinneken
(34), Frincenhage (41), 'beteringen (1), l'erheijden (6), Made (3j,
Zevenbergen (3j, Lage Zwaluwe (4), üilze-Rijen (2), Oudenbosch
(2), Ltten-Leur (4), Hoeven (2), Zundert Rijsbergen (1
Dongen (1).
Gedrag en ijver der leerlingen waren bevredigend in aanmer
king genomen leeftijd en aard der leerlingen kunnen wij ook tevre
den zijn over het regelmatig bijwonen der lessen.
Voor den cursus 1928 -1929 moesten niet alleen wederom 4
werkplaatsen en het schaftlokaal der Ambachtsschool voor teeken
zaal worden gebruikt, maar moesten tevens 5 lokalen buiten de
School in gebruik genomen worden, teneinde eene afwijzing van
leerlingen te voorkomen.
Dank zij de welwillende medewerking van het Gemeentebestuur
werd de teekenzaal der Upenbare Lagere School aan de Keizer
straat, alsook 4 leslokalen der Openbare Lagere School in de Mid
dellaan te onzer beschikking gesteld, waardoor 5 klassen geplaatst
konden worden. Hoewel het gebruik van genoemde praktijklokalen
als teekenzaal zeer bezwarend is, zoowel voor de dag- als avond
lessen, zijn lokalen buiten de School óók bezwarend voor een ge
makkelijke en goed overzichtelijke regeling het is evenwel een
noodmaatregel om tegemoet te komen aan de vele aanvragen om
plaatsing.
De lessen werden ook in 1928 gegeven gedurende 4 avonden per
week van 6.30 —9.30 uur; 's Woendagavonds geen school; deze
regeling is doeltreffend gebleken.
Onderwijs en Gebouwen.
Het aantal onderwijsvakken bleef ongewijzigd toestand van leer-
en hulp-middelen is bevredigend, hetgeen verband houdt met even-
tueele aanvullingen van de Ambachtsschool, welke voor beide in
richtingen worden benut.
Werd bij de Ambachtsschool reeds gewezen op de behoefte aan
meer leslokalen, voor de avondschool is zulks niet minder het ge
val, gelijk ook uit voorgaande mededeelingen blijkt.