Qp IP iJuji 1922 werd door ons ontvangen een schrijven jvan burgemeester en Wethouders van Breda, berichtende dat op een aannemingssom, wegens boete is ingehouden een bedrag van f 720,-r-, wejk bedrag overeenkomstig 51 van het bestek ten bate van de algemeene armen te Breda moet komen. In de maand December 1927 werd van de Handel en Nijverheid- tentopnstelling II ontvangen de som van f 275,- welke gelden zijn belegd in deposito en met het vorig bedrag op 31 December 1927 waren gestegen tot f 2086,77. Zoodat er volgens voorgaand besluit van den Minister van ,Bin- penlandsche Zaken tot verdeeling der gelden is overgegaan op 28 Maart 1928 tot een bedrag van f 2101,53. Artikel 21. In het algemeen voldoen de instellingen, welke armenverzorging buitpn gestichten ten doel hebben, behoorlijk aan het voorgeschre- vene bij dit artikel. Artikel 31. Er wordt steeds naar gestreefd de uitdeeling door een instelling te doen plaats hebben. Artikel 32. Weigering van ondersteuning als hier bedoeld, is niet voorge komen Artikel 40. Voor zoover ons bekend, hpeft geen afschuiving van behoeftigen plaats gehad, zoomin van hier naar elders, als van elders naar hier. Artikel 63 -73. Toepassing van de bepalingen der wet omtrent het verhaal van verleende ondersteuning hpeft, ypor zopver ops bekend, niet plaats -gehad. 1 Toestand van het armwezen. Omvang der behoefte aan ondersteuning mede in verband met den maatschappelijken en economischep toestand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1928 | | pagina 372