76 Aan besturen van bijzondere scholen werd in 1928 uitgekeerd a. een vergoeding ex art. 100 der wet op het L.-O. 1920 (jaar wedden van overcomplete onderwijzers) bedragend nihil b. een vergoeding ex art. 101 (kosten van instandhouding) van f 46.684,56, c. een vergoeding ex art. 205 (geschatte waarde ge bouwen) van f 58.184,01 d. een uitkeering ex art. 86 (aan an dere gemeenten in de kosten van de stichting van bijzondere scho len) bedragend f 3.611,92. Aan 38 personen, die hun voornemen hadden te kennen gegeven werkzaam te zijn bij het bijzonder onderwijs, zijn bewijzen verstrekt, bedoeld bij letter C van art. 107 der Lager-onderwijswet 1920. II. Vervolg-, Zondags- en Bewaarscholen. A. Vervolgonderwijs. Zooals ook reeds in vorige verslagen werd vermeld, is de veror dening tot regeling van het vervolgonderwijs bij raadsbesluit van 26 Juni 1923 ingetrokken met ingang van 1 Juli d.a.v. B. Zondagsscholen. Zeven zoodanige scholen zijn alhier gevestigd, te weten a. een voor jongens genaamd „Matthias Jacobus", en een voor meisjes, genaamd „Laat de kinderen tot mij komen", beide van den Nederduitsch-Hervormden godsdienst b. een Vrijzinnig Protestantsche Zondagsschool, genaamd „Liefde is Macht" c. een Gereformeerde Zondagsschool, genaamd „Het Mosterd zaad" d. clrie van den Roomsch-Katholieken godsdienst, zijnde een voor jongens in de parochie van de H. Barbara een voor jongens en een voor meisjes in de parochie van de LI. Anna. In de patronaten der verschillende R. K- Parochiën wordt ge zorgd voor de verdere godsdienstige, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling der schoolvrije jeugd. C. Bewaarscholen. Ten aanzien dezer scholen worden medegedeeld de opgaven vervat in den volgenden staat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1928 | | pagina 78