6. Het Natuurkundig Genootschap.
7.. Verschillende tooneelgezelschappen.
8. Negen muziekvereenigingen („Aurora", „D. O. V. O.", „De
Unie", „Vondel", „St. Fidelis", „St. Willibrordus", Harmonie
„H. K- I.", „De Vereenigde Vrienden" en de Bredasche Posthar-
monie), behalve de Stafmuziek van het 6e Reg. Infanterie.
9. Verschillende mannen-zangvereenigingen, waaronder de
Koninklijke Zangvereeniging „Breda's Mannenkoor", benevens
vereenigingen voor gemengd koor.
10. De Afdeeling Breda van de Maatschappij tot bevordering
der Toonkunst.
11. Het Symphonie-Orkest „Smetana".
12. De Bredasche Orkest-Vereeniging.
13. Brtdasche Concours-Hippique- en Harddraverij-Vereeni-
ging.
14. Verschillende gymnastiek- en voetbal-vereenigingen en
sport-clubs.
15. Verschillende schietvereenigingen (Zie hoofdstuk Vil).
16. Clubs voor ijsvermaak, kegelen enz.
Bovendien bestaan nog in de gemeente militaire-vereenigingen,
welke sport- en kunstbeoefening ten doel hebben.
HOOFDSTUK X.
Armwezen.
Op 1 Januari 1929 waren in deze gemeente gevestigd
2 instellingen, behoorende tot letter a. (burgerlijke)
34 instellingen, behoorende tot letter b. (kerkelijke) en
14 instellingen, behoorende tot letter c. (bijzondere).,
van art. 2 der wet van 27 April 1912 (Staatsblad no. 165).
De Burgerlijke instellingen zijn
1. het Burgerlijk Armbestuur e
2. het Oude-Mannenhuis.
Verschi'lende bijzonderheden nopens den toestand van het arm
wezen, zijn vervat -in liet hierachter opgenomen verslag van het
Burgerlijk Armbestuur over 1928 (Bijlage XVI3)
Bij Koninklijk Besluit van 7 Juni. 1,903, no. 38 werd voor deze