88
Aan brandstoffen v oor de bedeelden werd in den winter 1928 -
1929 uitgegeven f 107,25.
Het dienstjaar 1923 sluit met een nadeelig saldo van f 280,67 1[2.
Voorts ontkenen wij aan het jaarverslag der Vereeniging „Pro
Juventute" te Breda e.o. het volgende
„Behalve het toezicht dat op oude en nieuwe gevallen werd uit
geoefend, waren er dit jaar 11 gevallen in behandeling zij betrof
fen 10 jongens en 1 meisje.
Door het Openbaar Ministerie werden aangebracht 11 gevallen,
waarvan 5 op 1 Januari 1929 nog in behandeling waren. Er blijven
dus 6 gevallen over ter vergelijking .4 maal was het resultaat ge
lijk aan het advies .2. maal was het resultaat afwijkend.
Door anderen werden dit jaar geen gevallen aangebracht.
In het vers'ag van de Af cl. Breda va i het N 'd. Genootschap tot
zedelijke verbetering der Gevangenen over 1928 lezen wij het vol
gende
„De heer Van Oirschot, reclasseeringsambtenaar, heeft ook in
het afgeloopen jaar weer veel en goed werk voor onze Afdeeling
verricht. Zijn taak was omvangrijker dan de vorige jaren, doch hij
kweet zich daarvan x ooals gewoonlijk tot volle tevredenheid der
Afdeeling. i
In 1928 werden door den heer Van Oirschot in totaal 34 geval
len voor onze Afdeeling behandeld, te weten 13 voor plaatsing,
waarvan er 7 geplaatst en 5 vervallen zijn en 1 nog in behandeling
is 8- voor het uitbrengen van rapport, waarvan 1 uitsluitend ter
voorlichting der rechterlijke autoriteiten en 7 met een bepaald
advies, van welke adviezen er 4 door den rechter werden gevolgd,
1 niet gevolgd, terwijl pp de beide anderen, voor zoover ons be
kend, nog geen beslissing ls gevallen. Voorts 12 gevallen van an
deren aard, waaronder b.v. ,liet instellen van een plaatselijk onder
zoek ten behoeve van iandere Afdeelingen, en ten slotte een geval,
waarbij den reclasseeringsambtenaar het patronaat over een per
soon werd opgedragen.
Van deze 34 gevallen werden er 27 door de Vereeniging en 7
door de rechterlijke autoriteiten aanhangig grnia^kt, tegen het vorig
jaar op een totaal van 25, resp. 17 en 8.
Aan het toezicht der Afdeeling werden in 1928 onderworpen 3
personen, die voorwaardelijk veroordeeld of voorwaardelijk in vrij
heid gesteld waren. Een van hen vergreep zich opnieuw, de ande
ren gaven tot het einde van dit verslagjaar geen reden tot ontevre
denheid.