94
f
In 1928 zijn door regenten 6 personen voorgedragen om als-
broeder in het gesticht te worden opgenomen.
Instellingen ter voorkoming van armoede.
Deze instellingen zijn
A. Een spaarbank van wege het departement „Breda-' der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen.
B. Een credietbank van voornoemd departement.
C. Een commissie uit voormeld departement tot het doen van
voorschotten aan gepensionneerden.
D. Een commissie tot het verstrekken van warme spijzen aan
behoeftigen van alle godsdienstige gezindten.
E. Een spaarkas van de Vereeniging „Zuinigheid met Vlijt".
E. Een voorschotbank van voornoemde Vereeniging.
G.. Een spaarkas van de Centrale Volksbank, instelling van het
R. K. Werkliedenverbond in Nederland.
H. Een boerenleenbank, afdeeling van de Centrale Boerenleen
bank te Eindhoven.
I. Een spaarbank van den St. Josephkring, opgericht 19 Maart
1897.
De gemeentelijke Bank van Leening werd bij raadsbesluit van 27
Maart 1924, met ingang van dienzelfden datum, opgeheven.
HOOFDSTUK XI.
Landbouw en Veeteelt.
Eigenlijke landbouw of veeteelt bestaat in deze gemeente niet.
Men legt zich in hoofdzaak toe op tuinbouw.
In de gemeente bestaan op dit gebied de volgende instellingen
1. De Kring „Breda" van den Nederl. Chr. Boerenbond, waar
onder ressorteert de R. K. Land- en Tuinbouwschool, van gemeen
tewege gesubsidieerd met f 1000, 'sjaars.
2. de Hoveniersvereeniging „Pomona".
3. de R. K- Baroniesche Tuinbouwvereeniging, waaronder res
sorteeren een Centrale Proeftuin voor Noordbrabant en een Veiling
voor tuinbouwproducten.
Aan het verslag omtrent den toestand dier laatstgenoemde in
stelling over 1928 ontleenen wij het volgende
„Het jaar 1928 zal 'door onze leden met gemengde gevoelens
worden herdacht de resultaten toch, welke het opleverde voor
onze tuinbouwende bevolking waren zeer verschillend men zou