99
HOOFDSTUK XI.
Landbouw en Veeteelt.
In de gemeente bestaan op dit gebied de volgende instellingen:
1De Afd. Breda van den N oord-Brabantschen Chr. Boeren
bond, tellende in 1930 104 leden.
Het aantal bij de Onderlinge Paardenverzekering verzekerde
paarden bedroeg 58; het bij de Onderlinge Veeverzekering ver
zekerde aantal koeien 400. Het aantal polissen van de Onder
linge Brandverzekering bedroeg 104; het verzekerd bedrag
1.137.987.
Onder den N. C. B. ressorteeren;
a. de R. K. Land- en Tuinbouwschool, met daaraan verbonden
Centrale Proeftuin voor Noord-Brabant, van gemeentewege ge
subsidieerd met 1000,'s jaars.
Aan het verslag dier onderwijsinrichting over het jaar 1930 ont-
leenen wij het volgende:
,,In het afgeloopen jaar waren aan onze inrichting verbonden 7
leeraren: 1 in de fruit-, groenten- en algemeene plantenteelt en
in de bedrijfsleer, 1 in de sociologie, 1 in de plantkunde, planten-
ziektenleer, grondkennis, bemestingsleer, veevoeding, boekhouden
en Nederl. taal, 1 in de natuur-, schei-, wis-, weer- en aardrijks
kunde, hoender- en bijenteelt, zuivelbereiding en akker- en weide-
bouw, 1 in de veeteelt, 1 in de paardenkennis en de gezondheids
leer van het vee en 1 in de Godsdienstleer.
Van de 101 leerlingen, die in den loop van het jaar de school
hebben bezocht, kwamen er 9 uit Breda, 11 uit Ginneken, 17 uit
Princenhage en 6 uit Teteringen, terwijl de overige uit andere
gemeenten, ook buiten de Provincie gelegen, afkomstig waren.
Zij waren over 4 klassen verdeeld. De hoogste klasse telde 26
leerlingen; aan 25 daarvan kon het getuigschrift worden uitgereikt.
Voor het toelatingsexamen tot de laagste klasse slaagden 27 ge
gadigden.
iHet onderwijs verliep zeer regelmatig; met verzuim had men
weinig te kampen. Er zijn uitstapjes gemaakt naar diverse fabrie
ken en inrichtingen, keuringen van paarden en vee en naar ver
schillende veestallen en kweekerijen.
De organisaties, waarvan de school verscheidene jaren achter
een een bijdrage heeft ontvangen van 2500,—, hebben zich, in
verband met de zorgelijke omstandigheden, waarin het land- en
tuinbouwbedrijf verkeert, genoopt gezien die bijdrage tot 1000,
te verlagen: