VERSLAG over den toestand van het
Archief en de Bibliotheek der
gemeente Breda over het jaar 1930
Algemeene toestand.
De verzamelingen, die de laatste jaren regelmatig hersteld en bij
gehouden worden, verkeeren over het algemeen in goeden staat;
hoewel ten gevolge van vroegere verwaarloozing en de droogte
door de centrale verwarming in de depots veroorzaakt, een deel der
perkamenten banden, voornamelijk die van de Stadsrekeningen,
dermate verdord is, dat overbinden binnenkort noodzakelijk zal
zijn. Om tegemoet te komen aan de behoefte aan meer ruimte
in de voor het publiek bestemde leeszaal, werd in December de
muur tusschen dit vertrek en het daaraan grenzende zelden ge
bruikte wachtkamertje doorgebroken, waardoor de leeszaal aan
merkelijk grooter geworden is. Deze doorbraak heeft bovendien
het onverwachte voordeel gehad, dat de verwarming van het
lokaal, die in vorige winters zeer veel te wenschen overliet, tenge
volge van het bijtrekken van bovengenoemd vertrek, waarin een
goed functioneerende radiator aanwezig was, thans zooveel ver
beterd is, dat waarschijnlijk geen nadere voorziening getroffen
zal behoeven te worden. Het was jammer, dat deze vergrooting
van de leeszaal niet tijdig genoeg gereed was om voor de ver
gaderingen van Archivarissen, die op 27 September alhier bijeen
kwam, dienst te doen, tengevolge waarvan de afdeeling van Rijks
archivarissen in de ontvangzaal ten stadhuize, die der Gemeente
archivarissen in mijn werkkamer moest vergaderen. De gecom
bineerde vergadering van beide afdeelingen had in de raadzaal
plaats. In November werd op aandringen van den Rijksarchivaris
in deze provincie de houten deur, die toegang geeft van mijn kamer
naar de depots, vervangen door een ijzeren branddeur, waardoor
deze Archiefbewaarplaats thans aan alle eischen van brandvrijheid
voldoet.
Dit geschiedde echter jammer genoeg juist twee weken, nadat
de Uiterste termijn verstreken was, waarop de registers van den