3 den materieelen toestand. De in mijn vorig jaarverslag vermelde proefneming met het schoonmaken en de in was zetten der boeken, bleek zooveel succes te hebben, dat in den loop van het jaar achtereenvolgens de geheele Magistraatsbibliotheek en de verza meling, gevormd door het legaat van den 17en eeuwschen Breda- schen medicus Dr. Chr. van Campen, op deze wijze behandeld werden, waardoor beide verzamelingen er niet alleen veel mooier uitzien, maar ook de banden beter tegen den invloed der droge warmte, in vertrekken met centrale verwarming onvermijdelijk, be stand zijn. Aangezien het in de bedoeling ligt aan deze bibliotheek meer bekendheid te geven, stelde Mej. v. Alfen zich in verbin ding met den Directeur der Koninklijke Bibliotheek te 's-Graven- hage teneinde de reeds geficheerde deelen in den Centralen Cata logus te doen opnemen. De zeer rijke inhoud van deze, vanaf het einde der 18e eeuw niet meer aangevulde, verzamelingen zal zeker de belangstelling van velen Wekken. Inlichtingen en gebruik der verzamelingen. Hoewel in mindere mate dan bij den aanvang der reorganisatie van dit archief, bleef ook dit jaar het aantal bezoekers toenemen en werd door verscheidene personen een ruim gebruik gemaakt van de gelegenheid om Archivalia uit andere Archieven, waarbij ook uit het buitenland, hier te raadplegen. Het getal der uitlee- ningen bleef ongeveer gelijk aan dat van het voorafgaande jaar. Van de belangrijkste onderzoekingen waarvoor gegevens uit dit archief gebruikt werden, mogen vermeld worden, een onderzoek naar St. Petersmannen te Breda door Dr. D. Th. Enklaar en oor konden betreffende Gooiland uit de Collectie van Isendoorn, van denzelfden. Pater Placidus O.M.C., zette zijn nasporingen betref fende Breda in den Spaanschen tijd voort. De Archivaris der gemeente, D. C. J. MIJNSSEN. Breda, Maart 1931.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 111