12 Beroep op den Raad. Bij raadsbesluit van 29 Januari 1930 werd vergunning verleend tot verbouwing van het pand Nieuwe Ginnekenstraat no. 39, voor welke verbouwing door het College van Burgemeester en Wethou ders bij hun besluit van 25 October 1929 uit welstandsoverwegingen vergunning was geweigerd. Het in het verslag over 1929 vermelde beroep tegen een op grond van het bouwen buiten de vastgestelde rooilijn Houtmarkt-hoek Ginnekenstraat, door Burgemeester en Wethouders geweigerde bouwvergunning, werd door adressant ingetrokken. Beroepen op den Raad werden in het verslagjaar niet ingesteld. Beroep op de Kroon. Bij Koninklijk Besluit werd, blijkens de missive van den Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid d.d. 4 Juni 1930 Nr. 3963 M/P Afd. V, beslist, dat er geen termen aanwezig waren tot vernietiging van het raadsbesluit van 14 Februari 1929, waarbij afwijzend werd beschikt op het beroep van H. Rooijmans tegen het besluit van Burgemeester en Wethouders d.d. 30 October 1928, waarbij hem vergunning werd geweigerd tot het stichten van een dubbel land huis op een inpandig perceel aan den Teteringschen Dijk, daar deze bebouwing in strijd zou zijn met artikel 12 bis der Bouwveror dening (zie verslag over 1929). Bij beschikking van den Minister van Arbeid, Handel en Nijver heid d.d. 2 Sept. 1930 Nr. 6158 M/P B.R. Afd. V werd het hoo- ger beroep van J. J. C. M. van Keep tegen de Raadsbesluiten van 30 Juli 1929, waarbij afwijzend werd beschikt op de beroepen van adressant tegen de besluiten van Burgemeester en Wethouders, waarbij hem, in verband met het verbod van artikel 12 bis der Bouw verordening, bouwvergunningen waren geweigerd, resp. voor 1 wo ning aan de Hortensiastr. en 8 woningen aan de Tulpenstr., buiten behandeling gesteld, daar tusschen de gemeente en adressant over eenstemming was verkregen voor wat het overnemen der straten en het verleenen der bouwvergunningen betreft. Ontheffing artikel 15 der Bouwverordening. Tot den Gemeenteraad werden gericht 57 verzoeken om onthef fing van artikel 15 der Bouwverordening, welke in 53 gevallen on der bepaalde voorwaarden werd verleend, van welke ontheffing in 3 gevallen om onbekende redenen geen gebruik werd gemaakt. In 4 gevallen werd een verzoek om ontheffing geweigerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 153