STAAT II.
22
Huurklasse
Aantal op
31-12-29
31-12-30
Vermeerd. Vermin.
tengevolge van
huurwijziging en
nieuwbouw.
van
3.50 tot
4.—
94
94
van
4.tot
4.50
103
166
63
van
4.50 tot
5-—
43
87
44
van
5.tot
5.50
16
95
79
van
5.50 tot
6.—
13
13
van
6.tot
6.50
4
4
van
6.50 tot
7.—
van
7.tot
7.50
van
7.50 tot
8-
van
8.tot
8.50
van
8.50 tot
9.
van
9.tot
9.50
van
9.50 tot
10,
van
10.tot
10.50
van
10.50 tot
11.—
van
11tot
11.50
van
ƒ11.50 tot
12.—
van
12.tot
12.50
2 (2)
2
(2)
winkelwoningen
271
461
190
Onderstaande staat III geeft een overzicht van de huurinkomsten
over het verslagjaar.
Zoowel het percentage huurschuld als het percentage onverhuurd
is laag te noemen, uitgezonderd echter het percentage onverhuurd
van groepen c, hetwelk veroorzaakt wordt, doordat deze woningen,
die uit beneden- en bovenwoningen bestaan, niet zoo zeer in trek
zijn en bovendien de huurprijs aan den hoogen kant was.
De Raad besloot dan ook in zijne vergadering van 10 December
1930 den minimumhuurprijs te brengen van 500.op 450.per
jaar. Hierop werd de ministerieele goedkeuring verkregen.
Zooals verwacht werd is in het percentage onverhuurd van groep
f. door de huurverlaging in 1929 eenige verbetering te constateeren.
Dit percentage bedroeg vorig jaar 1,60. Echter zal het percentage
betreffende deze woningen, die met de annexatie door de Gemeente
moesten worden overgenomen, door de minder goede constructie,