23
en door het feit, dat dit complex grootendeels uit boven- en be
nedenwoningen bestaat, hetgeen te Breda bij gemeentelijken ar
beiderswoningbouw overigens niet voorkomt, wel steeds hooger
blijven dan bij de andere complexen.
Tegenover het gunstige percentage huurschuld van de in staat III
genoemde complexen woningen staat, dat de huurschuld der niet
in dezen staat opgenomen woningen, zijnde de noodwoningen aan
de Sluisstraat, Walstraat en de niet speciaal voor de volkshuis
vesting verkregen woningen, op het einde van het verslagjaar be
droeg 1707.91, waarvan 1535.06 van voormalige huurders. (Deze
cijfers waren over 1929 resp. 1722.81 en 1504.06, zoodat van
vooruitgang niet kan worden gesproken).