VERSLAG betreffende den toestand en de
werking van de Gemeentereiniging te
Breda, over het jaar 1930.
Beheer.
De leden der Commissie werden allen herkozen en alle heeren
namen deze herbenoeming aan.
De Commissie was op het einde van het jaar samengesteld uit
de volgende heeren:
G. P. P. Esbach, wethouder, voorzitter.
Th. P. Elich, lid.
J. N. Kroone, lid.
M. Meijvis, lid.
P. A. Kuijlaars, lid.
De directeur fungeerde als secretaris.
In de gehouden vergaderingen werden verschillende belangrijke
zaken besproken; de verplaatsing van het terrein was hiervan de
hoofdzaak. Door gemis aan medewerking van de randgemeenten,
moesten de oorspronkelijke plannen gewijzigd worden, waardoor
eene belangrijke vertraging in het verschijnen van het rapport ont
stond, zoodat dit op het einde van 1930 nog niet verschenen was.
Directie en Toezicht.
De directie bleef ongewijzigd.
De vaaltopzichter S. M. van Cortenberghe werd door heeren
Burgemeester en Wethouders tot hoofdopzichter bevorderd. Aan
den dienst zijn verder verbonden de opzichters C. J. Noijens,
A. van Loon en F. B. Rosch.