C. Verontreiniging van de lucht, stank van fabrieken enz. enz. De hinderlijke stank van afgevoerde gassen, vermoedelijk afkomstig van de Kunstzijdefabriek, waarvan in de vorige jaar verslagen reeds melding werd gemaakt, is bij N.W. wind dikwijls nog merkbaar. Afdoende maatregelen om dezen toestand op te heffen, zijn voor zoover de commissie bekend nog niet genomen. Naar aanleiding van klachten over stank van de Teolinlak- en vernisfabriek te Breda bezocht de commissie met den Directeur der Gem. Geneesk. Dienst, Dr. J. A. van Kranendonk Duffels, deze inrichting. De Directie ontving de commissie zeer welwillend en erkende de juistheid van de klacht. De oorzaak van de stank is het gevolg van 't koken van lijnolie, waarbij dampen ontstaan, welke zeer hinderlijk voor de omgeving kunnen zijn. Deze dampen werden direct in een hoogen schoorsteen afgevoerd. Dit was niet voldoende. Bij 't bezoek bleek, dat de Directie reeds eene horizontale buisleiding van de lijnolieketels zoodanig naar den schoorsteen had laten aanbrengen, dat de dampen een langeren weg moesten volgen om deze te bereiken. In dit horizontale kanaal zijn nu volgens 't Sommersche systeem watersproeiers ingebouwd, waardoor deze dampen moeten worden neergeslagen. Door deze inrichting was werkelijk een verbeterde toestand ingetreden. De Directie was echter nog niet tevreden en had het voornemen om de inrichting zoodanig te wijzigen, dat in de toekomst een meer afdoend neerslaan van die dampen zou kunnen worden verkregen. Verschillende klachten over hinder van stank als o.a. van rioolputjes, gierputten, paardenstallen, enz. werden door de commissie ter plaatse onderzocht. Voor zoover deze klachten gegrond waren, werden zij door bemiddeling van den Dienst van Openbare Werken, Politie, of door voorschriften van College van B. en W. opgeheven. 12

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 217