Reeds meermalen waren klachten geuit, dat vooral dames cliënten uren in een minder frissche atmosfeer in kleine ruimten moeten vertoeven, en hiervan bezwaren ondervonden. Aan de hand van een lijst van vragen, kwam de commissie ten aanzien van de inrichtingen voor heeren tot de navolgende ervaring 1 e. dat de zindelijkheid over het algemeen voldoende was. Een vijftal inrichtingen werden door de commissie gequali- ficeerd met onfrisch. 2e. dat de dagverlichting en de kubieke inhoud van de ruimte, meestal voldoende waren. 3e. dat de toetreding van frissche lucht in de meeste gevallen kon plaats hebben, door het openzetten van ramen en deuren, echter op zoodanige wijze, dat deze ventilatie aan de cliënten tocht veroorzaakte. 4e. dat de wanden over het algemeen behangen waren, de vloeren met kieren en naden, of met zeil of kleeden bedekt. Steenen vloeren, hetzij van tegels, terrazzo en geverfde of betegelde wanden, die voor zulke inrichtingen zoo hygiënisch zijn, werden weinig aangetroffen. 5e. dat bij het kleinste deel de desinfectie van messen en scharen volgens gegeven inlichtingen, verkregen werd door deze in kokend water te dompelen, echter bij de kleinere inrichtingen zich in hoofdzaak lot 't koudere jaargetijde bepaalde, wanneer op de kachels in deze vertrekken kokend water eenvoudig en goedkoop was te bekomen. 6e. dat het ontsmetten en bewaren van borstels en kammen bij enkele kappers in de heete lucht geschiedde en de meesten de voorkeur gaven, deze 1 a 2 keer 's weeks schoon te maken met zeep, soda of amoniak. 7e. dat anderen opgaven, hunne gereedschappen te ontsmetten met sublimaat, doch klaarblijkelijk 't inzicht misten, dat hieraan eene nauwkeurige ontvetting moest voorafgaan, en het geheel onvoldoende is door het mes bijv. slechts even in een bakje met 1 '000 oplossing van sublimaat van kamer temperatuur te dompelen. 8e. dat bij de meeste kappers, de kennis en begrip van hygiëne gering was. 20

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 225