VERSLAG van den toestand der Hoogdruk-Waterleiding te Breda, over het dienstjaar 1930. Algemeene toestand. De totale wateraflevering over het jaar 1930 bedroeg 1.084.952 M.3 tegen 1.064.784 M.3 in het voorafgaande jaar, alzoo een vermeerdering van 20.168 M.3 of bijna 2 Tot Augustus was de maandelijksche aflevering grooter dan in 1929 daarna was de aflevering niet onbelangrijk lager. Dit kan ten deele aan den ongunstigen zomer geweten worden voor het overige demonstreert zich hier de invloed van den slechten alge- meenen economischen toestand. Het aantal geplaatste meters vermeerderde in 1930 met 372 en bedroeg op 31 December 1930 totaal 8529. Water. Ten aanzien van de waterleiding werden door den Gemeenteraad de volgende besluiten genomen: d.d. 24 April werd besloten tot toekenning eener gratificatie ad 50,wegens buitengewone werkzaamheden aan den technisch ambtenaar 2e klasse bij de Licht- en Waterbedrijven W. Lenderink; d.d. 16 Mei werd besloten tot aankoop van een vijftal turbine apparaten ten behoeve van het Waterleidingbedrijf; d.d. 16 Mei werd besloten tot het verleenen van een crediet van 10.000,voor het leggen van een nieuwe Waterleidingzinker, in de rivier de Mark nabij de Spoorbrug; d.d. 30 Juli werden de afschrijvingspercentages vastgesteld; d.d. 30 Juli werd besloten tot intrekking van het raadsbesluit van 30 Juli 1929, waarbij in beginsel werd besloten tot levering van water aan Teteringen-dorp; d.d. 10 December werd besloten tot aanwending van de reserves van het Waterleidingbedrijf als volgt:

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 266