2 Voor geheele afschrijving der kosten van aanleg (oud) 16.802,51. Voor geheele afschrijving der zuiveringsinrichting (oud) 8.644,98. Voor extra-afschrijving op pompinstallatie (oud) 2.552,51. Verbouwing en uitbreiding van het pompstation. Nadat in 1929 de verbouwing en uitbreiding van het pomp station in hoofdzaak was gereed gekomen, had op 13 Januari 1930 de officieele opening plaats. Een belangrijk werk bleef nog te verrichten over, n.m.l. de ver bouwing van de zuigleiding van de oude prise d'eau tot hevel leiding. Dit werk werd door personeel van het pompstation uit gevoerd en bestond hoofdzakelijk uit: Het veranderen van de bestaande luchtzuigleiding, welke in 23 een weinig hellend liggende vakken werd verdeeld, die alle van een inrichting werden voorzien tot het loozen van mede afgetrokken of neergeslagen water. Het bouwen van 6 zwanenhalzen in de bestaande zuigleiding; het demonteeren van de bestaande bronaansluitingen en het plaatsen van nieuwe. Het ombouwen van den centralen windketel. De gemiddeld 1,70 M. diep gelegen hevelleiding werd over de geheele lengte, 1700 M„ ontgraven, waardoor het mogelijk werd in totaal 84 min of meer ernstige lekken op te sporen en te her stellen. Ofschoon door hoogen grondwaterstand bemoeilijkt, hadden de werken een vlot verloop en kon bij den aanvang van het drukke seizoen weer over de geheele winplaats worden beschikt. Verder werd door personeel de nieuwe, achter de machinekamer gelegien werkplaats, ingericht. Op 3 Februari werd het op 6 December 1929 gestaakte werk aan de nieuwe persleiding van het pompstation naar de stad hervat, de leiding kon op 24 Maart in bedrijf worden genomen. Door deze inbedrijfstelling is het mogelijk te allen tijde de be- noodigde hoeveelheid water naar de stad te voeren, de bedrijfs zekerheid is belangrijk verhoogd en bovendien wordt een zeer groote besparing aan brandstof verkregen. Onderzoek van het water. De analyses van de monsters water, volgens onderzoek van het Centraal Laboratorium voor de Volksgezondheid te Utrecht luiden als volgt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 267