VERSLAG van den toestand der
Brandweer in de Gemeente Breda,
over het jaar 1930.
Ter voldoening aan het bepaalde in artikel 5 der verordening
op de brandweer, hebben wij de eer Uw College aan te bieden
het verslag van al hetgeen de brandweer betreft over het jaar 1930.
A. College van Brandmeesters.
Aan de Heeren H. F. J. Kessels, Opperbrandmeester en W. J.
van Dongen, Adjunct-opperbrandmeester, werd, op hun verzoek,
door Burgemeester en Wethouders met ingang van 1 December
1930 eervol ontslag verleend, onder dankbetuiging voor de door
hen bewezen diensten.
In hunne plaats is, op ons voorstel, door het Gemeentebestuur bij
besluit van 2 December 1930 benoemd tot Opperbrandmeester de
Heer J. Korteweg A.Czn. en tot Adjunct-opperbrandmeester de
Heer P. A. J. Oomes.
De installatie van deze nieuwbenoemde functionarissen vond
plaats ten Gemeentehuize op 15 December 1930.
De Brandmeester in kring 2, de Heer J. A. Mol, is 16 Dec. 1930
overleden en ons College was bij diens begrafenis vertegenwoor
digd door het Bestuur onzer brandweer en enkele brandmeesters.
Hij was sinds 1 Juli 1909 in functie en vervulde zijne taak steeds
met veel tact en ijver. Aan de Familie is een schrijven van rouw
beklag gezonden.
Ons college was op 31 December 1930 samengesteld uit de
Heeren:
J. Korteweg A.Czn., Opperbrandmeester.
P. A. J. Oomes, Adjunct-opperbrandmeester.
P. W. van Gils, Politiebrandmeester en secretaris der brandweer.
H. A. Knibbeler, brandmeester in kring 1.
G. van der Velden, 1.
A, I. J. M. Beens, 2.
A. L. M. Melis, 3.
P. J. Mol, 3.
Jac. Kessels, 4.
P. A. J. van Dongen, 4.
A. J. Oomes, 5.