De gangen zijn bij de twee andere scholen ruimer.
De W.C.'s zijn aan eerstgenoemde school van dien aard, dat
het ons onbegrijpelijk is, hoe b.v. de Gezondheids-commissie hier
mee accoord kan gaan. Ze zijn te klein, niet van waterspoeling
voorzien en zoo gelegen, dat bij sommige windrichting, in de
klassen de lucht ondraaglijk is. Die aan de Middellaan zijn
ook verre van nieuwerwetsch, maar althans zoo geplaatst, dat
men in de lokalen geen last er van heeft, terwijl die aan de
Ginnekenstraat modern mogen heeten.
Het kachelsysteem is ook niet meer van dezen tijd; het dagelijks
aanmaken is b.v. oorzaak, dat bij de school aan de Boschstraat,
ingeval de wind Noord-Oost waait, een rook in de klassen ont
staat, die daarin verblijven onmogelijk maakt. De commissie kon
zich, bij haar bezoek aan de school in de Boschstraat, gedurende
20 minuten overtuigen van dit euvel. Natuurlijk geeft dit groote
stagnatie voor de lessen, terwijl het dan in de lokalen ongezond
en vies is.
Die neerslaande rook werd aan de andere scholen niet waar
genomen, wèl trof de sub-commissie daar dezelfde antieke stook-
gelegenheden en de meer dan leelijke houten brandstofbakken
(welke men gevoeglijk „troggen" zou kunnen noemen) aan, waar
door het bijvullen der kachels gedurende de lesuren onnoodig
lawaai veroorzaakt en veel stof. Centrale verwarming acht de
commissie niet noodig en vinden de hoofden van scholen ook niet
gewenscht, maar degelijke moderne vulkachels zouden hier zeer
zeker op haar plaats zijn, èn uit hygiënisch, èn uit economisch
oogpunt.
De verlichting voldoet in geen enkel opzicht aan redelijke
eischen. Vooreerst is er nog nagenoeg overal gaslicht met elk
ongemak van kousjes, die breken en gaslucht, die vaak optreedt,
daaraan verbonden.
En zijn de gasarmen in de lokalen nog zoo geplaatst, dat het
licht voor vele leerlingen werkelijk onvoldoende blijkt.
In sommige klassen trof de sub-commissie geverfde in plaats
van geverniste banken aan; die verf is natuurlijk aanstonds afge
sleten, wat een onaangenamen indruk maakt; die banken zijn
niet zindelijk te onderhouden.
Verder waren er nog vele verouderde systemen van school
banken, die waarlijk niet aan eene gezonde houding der leer
lingen ten goede komen.
Wat de beschildering betreft, die is in alle drie de gebouwen
wel niet slecht onderhouden, maar zóó absoluut saai en eentonig,
dat er geen sprake is van eenige vroolijkheid, nog daargelaten
van aesthetische vorming der leerlingen. Waar de laatste jaren