2 Vergaderingen. Krachtens het bepaalde in artikel 3 van ons huishoudelijk regle ment, vergadert onze commissie geregeld in de eerste en in de tweede helft van elke maand, telkens met eene tusschenruimte van veertien dagen, en wel op den tweeden en vierden Dinsdag. In de zomermaanden wordt, zoodra het verzuim beduidend toeneemt, tengevolge van het plukken van boschbessen en het schoonmaken van groenten, wekelijks vergaderd. In 1930 hebben wij 27 vergaderingen gehouden, tegen 22 in 1929. Zij werden door de leden zeer geregeld bijgewoond. Absoluut schoolverzuim. In het afgeloopen jaar kregen wij slechts één geval wegens abso luut schoolverzuim in behandeling. De aansprakelijke vader verklaarde, dat zijne dochter van de lagere school naar eene m.u.l.o. school was overgegaan. Het m.u.l.o. onderwijs beviel haar niet en daarop is zij naar eene huishoudschool gegaan. Ook daar voelde zij zich niet op haar gemak en toen was haar lust om naar school te gaan eensklaps verdwenen. De ouders hebben daarna een dokter geraadpleegd, die geen lichamelijke of geestelijke storingen kon constateeren, doch verklaarde, dat de houding van het kind mogelijk aan schoolangst was toe te schrijven. Ondanks verschillende pogingen, hebben de ouders het kind niet kunnen bewegen zich sohoolwaarts te begeven. De leer linge is daarna in overleg met den vader ambtshalve inge schreven op de openbare school voor l.o. aan de Keizerstraat. Relatief schoolverzuim. Tengevolge van relatief schoolverzuim werden in 1930 door onze commissie opgeroepen de aansprakelijke personen voor 136 leer lingen. In de vijf voorafgaande jaren bedroegen deze cijfers respectieve lijk 130, 120, 118, 36 en 112. Van de hiervóór genoemde 136 leerplichtige kinderen zijn voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 370