VERKORT VERSLAG van den
Armenraad van Breda over het
jaar 1930.
Bij Koninklijk Besluit van 23 April 1929 werd de Armenraad
te Breda voor den vijfden termijn van vier jaren ingesteld en werd
het bedrag, bedoeld in artikel 48, 1ste lid, 2de zinsnede der
Armenwet voor den nieuwen termijn van vier jaren bepaald op
12625,11.
31 Instellingen van weldadigheid traden tot den nieuwen raad
toe, welke alle 1 vertegenwoordiger en 1 plaatsvervangend ver
tegenwoordiger aanwezen. Het Burgerlijk Armbestuur, eerst ge
rechtigd in verband met de uitkeeringen van die instelling tot het
aanwijzen van 2 vertegenwoordigers, heeft derhalve slechts
1 afgevaardigde.
De hiervolgende staat vermeldt de instellingen, alsmede de
vertegenwoordigers en hun plaatsvervangende leden, per 31 De
cember 1930.