6 indien dit niet het geval is, hoeveel hij met zijn betalingen ten achter is en derhalve dient te worden aangeschreven. In het afge- loopen jaar hadden vanaf 1 Mei plaats 472 betalingen tot een totaal bedrag van 894.34. In de gevallen, waarin de commissie geen minnelijke schikking door onwil van de alimentatieplichtigen kon tot stand brengen, werd met medewerking der aanvragers een geding bij den Rechter aan hangig gemaakt en werd door de commissie steeds getracht een vrij spoedige uitspraak van de Rechtbank te verkrijgen. Helaas duurt echter een dergelijke procedure nog steeds veel te lang en is het hoogst wenschelijk, dat dergelijke procedures in de toekomst beduidend worden verkort. Aangezien de President van de Recht bank te Arnhem zich echter onlangs in een dergelijke procedure bevoegd verklaarde om van de zaak kennis te nemen en uitspraak te doen in kort geding, hopen wij, dat dit meerdere malen zal voor komen, waardoor de aanvragers in veel, vooral dringende gevallen ten zeerste zullen gebaat zijn. Vermelding van de vergaderingen van den Armenraad en zijn Bestuur en van de meest belangrijke zaken daarin behandeld. De Armenraad vergaderde in het afgeloopen jaar 3 maal en wel op 20 Maart, 14 Mei en 18 September. Het Bestuur vergaderde 3 maal en wel op 23 Januari, 7 Mei en 18 September. In de ver gadering van 20 Maart 1930 nam de Raad afscheid van den schei denden secretaris J. W. F. M. Klep, die om gezondheidsredenen eervol ontslag had aangevraagd en verkregen onder toekenning van pensioen, en werden door den Voorzitter hartelijke woorden tot den scheidende gesproken. In de vergadering van 14 Mei 1930 werd besproken een verzoek van B. en W. om hen van advies te dienen in zake subsidie-aan vragen door de R. K. Vereeniging tot bescherming van Zuigelingen en de Vereeniging tot bescherming van Zuigelingen op welk ver zoek werd geadviseerd. Alsmede werd in deze vergadering de be grooting voor het volgend jaar besproken en besloten deze onge wijzigd bij het Gemeentebestuur in te dienen. In de vergadering van 18 September werd de benoemde secretaris W. Th. Brandsen, die reeds vanaf 1 Mei j.l. het secretariaat tijdelijk waarnam, geïnstalleerd en sprak de Voorzitter het vertrouwen uit, dat deze functionaris de hem toevertrouwde taak met denzelfden ijver zou blijven vervullen. Tevens werd besloten een suppletoire begrooting ten bedrage van 450.bij het gemeentebestuur in te dienen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 415