Gedurende 1930 werden opgenomen in totaal 46 patiënten; her
steld ontslagen 41 patiënten; 1 patiënt overleed; op 1 Januari 1931
waren 4 patiënten in verpleging. Het aantal verpleegdagen be
droeg 909.
Doordat volgens de nieuwe wet op de Besmettelijke Ziekten de
directeur van een Gem. Geneesk. en Gezondheidsdienst inzake
aangelegenheden van besmettelijke ziekten door den Burgemeester
kan worden aangewezen als zijn gevolmachtigde, is zulks vanaf
1 Januari 1930 in onze gemeente geschied. Ondergeteekende ver
zocht, dientengevolge, in een rondschrijven aan de plaatselijke
medici in het vervolg de aangiften van besmettelijke ziekten tot
hem te richten. Door onzen Dienst wordt dan voor verdere ken
nisgeving aan den Geneesk. Inspecteur der Volksgezondheid, den
Burgemeester en aan de Gezondheidscommissie te dezer plaatse
gezorgd.
Ontsmettingen.
Er werden gedurende 1930 verricht ten behoeve van de Barak
8 maal ontsmettingen van lokaliteiten:
in 2 gevallen wegens Diphtherie;
in 1 geval wegens Roodvonk;
in 2 gevallen wegens Typhus;
in 3 gevallen wegens Erysipelas.
38 maal met inbegrip van den ambulancewagen had rijtuigont
smetting plaats.
Onder controle van den Directeur van den G. G. en G. D.
verrichtte de Firma Posthumus alhier vier maal ontsmetting van
goederen.
Lijkenbewaarplaats.
Er werden gedurende 1930 13 lijken tijdelijk geborgen; gerech
telijke sectie had in 8 gevallen plaats.
Verloskundige hulp.
De gemeentelijke vroedvrouw Mej. Mol-Rakels verrichtte in de
Westelijke wijk der stad 51 verlossingen;
en de gemeentelijke vroedvrouw, Mej. v. d. Zwaan-Japin in
de Oostelijke wijk 13 verlossingen.