64 1 November 1930 werd voor den proeftijd van één jaar tot Agent van Politie 2e klasse benoemd C. J. van Nimwegen te Breukelen- Nijenrode; met ingang van 15 December 1930 werd op zijn ver zoek eervol ontslag verleend aan den Inspecteur van Politie 2e klasse G. J. C. J. Eissens wegens zijn benoeming tot Inspecteur van Politie te Venlo In vasten dienst der Gemeente Breda werd benoemd tot Agent van Politie 2e klasse met ingang van 7 Januari 1930 C. de Geus; met ingang van 1 April 1930 A. Quaytaal; met ingang van 1 Juli 1930 J. J. Lennerts en met ingang van 16 December 1930 G. H. Verdaasdonk. Voor de speciale controle op de bijzondere wetten en verorde ningen, het doen van administratieve onderzoeken, het behandelen der aanrijdingen enz. waren in 1930 aangewezen 5 agenten van Politie, terwijl met den recherche-dienst waren belast 4 hoofdagen ten en 3 agenten van Politie. Het landelijk gebied der Gemeente, dat voor de bewaking in vier zg. polders is verdeeld, bleef op de zelfde wijze als vorige jaren bewaakt. In eiken polder wordt door een agent, zg. polder-agent, op ongeregelde, door den Commis saris van Politie aangegeven tijdstippen, zoowel te voet als per rijwiel, gesurveilleerd. De in 1929 ingekrompen bewaking van de zijde van het Wilhelminapark, Zandberglaan, Ginnekenweg en Baronielaan bleef bestaan, terwijl extra bewaking tegen straat schenderij, evenals in 1929, niet meer mogelijk was. Controle op het verkeer .alsmede op de hondenbelasting konden niet anders worden verricht dan ten koste van de gewone straatsurveillance. Meerdere klachten over gepleegde straatschenderij kwamen dan ook in. Het aantal dagen, waarop door ziekte door het personeel werd verzuimd, bedroeg 1211 (1161 in 1929). Door het personeel werden totaal gedurende 1091 uren, zijnde per man ongeveer 15 uur krachtens de in 1929 ingevoerde regeling zonder extra-betaling, extra-dienst verricht. II. Politie-mededeelingen. Het verkeer eischte ook in 1930 aanhoudende zorg. Met ingang van 19 Mei werd bij wijze van proef een nieuwe parkeer-regeling getroffen, welke noodzakelijk was geworden in verband met de steeds toenemende drukte in de over het algemeen smalle straten. In de maanden Maart en Mei 1930 is onder leiding van den Com missaris van Politie door den Inspecteur van Politie J. H. de Groot

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 66