90 De Burgerlijke instellingen zijn: 1. het Burgerlijk Armbestuur; 2. het Oude-Mannenhuis. Verschillende bijzonderheden nopens den toestand van het arm wezen, zijn vervat in het hierachter opgenomen verslag van het Burgerlijk Armbestuur over 1930 (Bijlage XVII). Bij Koninklijk Besluit van 7 Juni 1903, no. 38 werd voor deze gemeente een Armenraad ingesteld, waarbij het aantal bestuurs leden werd bepaald op vijf. Er zijn 31 instellingen van weldadig heid in deze gemeente, welke aan dien Armenraad deelnemen. Een verkort verslag van deze instelling over 1930 is als bijlage hierachter opgenomen (Bijlage XVI). Evenals in voorgaande jaren ontvingen wij een verslag van de commissie voor het district „Breda" van het Fonds ter aanmoediging en ondersteuning van den gewapenden dienst in de Nederlanden over 1930, waaruit blijkt, dat de uitkeering van gratificaties gere geld plaats had op den len werkdag van ieder kwartaal. Het aantal infirmen en veteranen, dat een gratificatie ontving, bedroeg bij het einde van het jaar 13, dat der verminkten van het O. I. leger 3. Bovendien ontvingen 3 verminkten een gratificatie uit het ge schenk van wijlen Z. M. Koning Willem III in 1874. De opbrengst der jaarlijksche collecte voor het Fonds bedroeg voor Breda 169,44 en voor het geheele district 705,92. Uit het jaarverslag der Vereeniging Bredasche Armenzorg" vernemen wij het volgende: „Het ledental liep iets terug; tegen 670 op 1 Januari 1930, be droeg het op 1 Januari 1931 663. Door het Informatie-Bureau werden in 1930 behandeld 55 ge vallen. Verzorgden bij de af deeling Armverzorgsters. In 1930 werden aan de afd. ter onderzoek gegeven 40 gevallen, waarvan na advies van de afd. werden afgewezen 16, zoodat in 1930 als nieuwe ge vallen werden behandeld 24. Op 1 Januari 1930 waren reeds bij de afd. in behandeling 13 gevallen, derhalve waren gedurende 1930 in behandeling 37 gevallen. Bedeelden bij het bestuur. Op 1 Januari 1930 waren 17 gezin nen van bedeelden in behandeling. In den loop van het jaar wer den 4 gezinnen afgevoerd, 2 wegens overlijden en 2 wegens vol doende inkomsten. Drie nieuwe gezinnen werden aangenomen, zoo dat op 1 Januari 1931 nog 16 gezinnen van bedeelden in behan deling waren.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 92