92 „Het aantal door de bestuursleden bezochte cellen was 1336 (vorig jaar 1160) in 324 bezoeken (v. j. 281). Over de celbezoekers verdeeld was het aantal bezoeken van 2 tot 25. De bureau-zittingen zijn bezocht door 86 personen, die zich voor de eerste maal aanmeldden (v. j. 67). Ingediend werden 89 rapporten (v. j. 40), betreffende in de ge vangenis ingeslotenen. Op 1 Januari 1930 had de Afd. toezicht over 3 voorwaardelijk in vrijheid gestelden en 1 voorwaardelijk uit een opvoedingsgesticht ontslagene. Voor 1 werd de voorwaardelijke invrijheidstelling in getrokken en voor 3 eindigde het toezicht, terwijl in 1930 geen voorwaardelijk in vrijheidgestelde onder toezicht werd geplaatst en 1 voorwaardelijk uit een opvoedingsgesticht ontslagene, die dus nog onder toezicht staat. Dat de voorwaardelijke veroordeeling steeds meer wordt toege past en dus ook het meeste werk vraagt, moge uit de navolgende cijfers blijken: Op 1 Januari 1930 stonden onder toezicht 54 voorwaardelijk veroordeelden. In 1930 werden er onder toezicht gesteld 48. Dus totaal 102 voorwaardelijk veroordeelden. Herroepen werd de voorwaardelijke veroordeeling in 9 geval len, terwijl het toezicht eindigde voor 10 personen en aan een an dere afdeeling werden overgedragen 3 personen, dus in totaal 22 personen. 'Zoodat op 31 December 1930 onder toezicht stonden 80 voor waardelijk veroordeelden, over wie iedere drie maanden een rap port betreffende hun gedrag moet worden ingediend. Bovendien werd toezicht uitgeoefend over 2 personen, wier straf bij goed ge drag niet ten uitvoer wordt gelegd, en over 1, die voorloopig niet vervolgd werd en over wie in 1930 het toezicht beëindigd kon worden. Bij gewoon ontslag werd aan 29 personen hulp geboden in een of anderen vorm (v. j. 13). Bij rechtsprekende colleges werden 134 rapporten ingediend. Hiervan waren 17 uitsluitend ter voorlichting (zonder advies). In 75 dezer gevallen is het resultaat ter onzer kennis gekomen, waaruit blijkt, dat in 50 gevallen het advies is gevolgd en in 25 gevallen ervan is afgeweken. De reclasseeringsambtenaar, de heer W. van Oirschot, rappor teert het navolgende: „Gedurende het jaar 1930 werden voor deze Vereeniging 136 ge vallen in behandeling genomen (v. j. 102). A. 12 gevallen voor plaatsing (v. j. 20), waarvan 10 geplaatst, 2 nog in behandeling;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1930 | | pagina 94