31 De 2 gezinnen, wien aan het eind van 1930 de huur was opgezegd, verlieten uit eigen beweging de woning. In den loop van 1931 werd aan 3 gezinnen, die een voortdurende oorzaak waren van burenruzie, de huur opgezegd. Nadat een gezin, dat herhaaldelijk uitstel was gegeven, nog niet uit eigen beweging de woning had verlaten, werd gerechtelijk tot ontruiming over gegaan. De beide andere gezinnen hebben de woning aan het einde van dit verslagjaar, nadat de opzeggingstermijn voor hen is verstreken, nog niet ontruimd, zoodat maatregelen tot uitzetting en ontbinding der huurovereenkomst genomen worden. Aan 4 gezinnen aan de Sluisstraat, die wegens huurschuld, ergerlijk levensgedrag e.d. niet voor een woning aan het West einde in aanmerking konden komen, werd eveneens de huur opgezegd. Tegen een van hen zullen ook maatregelen tot uitzetting genomen worden, daar het gezin niet tijdig de woning heeft ontruimd. Schadekwitanties. Daar de bewoners, wien de huur is opgezegd, de woning meestal niet tijdig hebben ontruimd en na dien datum van huur- opzegging geen huur meer mag worden ontvangen, heeft dit meestal groote huurderving ten gevolge. Daarom werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 30 October 1931 goed gekeurd, dat die bewoners een met de huur overeenkomend bedrag als schadevergoeding kunnen betalen tegen een ontvangbewijs van een bepaald model, waarop uitdrukkelijk wordt vermeld, dat geen nieuwe huurovereenkomst wordt aangegaan. Sparen. Teneinde het sparen onder de bewoners van gemeentewoningen zooveel mogelijk te bevorderen werd bij besluit van Burgemeester en Wethouders van 20 Maart 1931 besloten de woninginspectrice te machtigen spaarzegels der Rijkspostspaarbank aan de huurders te verkoopen. Deze zijn verkrijgbaar bij het innen der huur. Zoodra voor een bedrag van f 1,— is gespaard, wordt een Rijkspostspaarbankboekje uitgereikt. In de boekjes is de bepaling opgenomen, dat terugbetaling alleen met instemming der woning inspectrice mag geschieden. Door de slechte tijdsomstandigheden is het aantal spaarders beneden verwachting gebleven, terwijl met enkele goede resultaten zijn bereikt. Velen, die begonnen waren, moesten weldra, door werkeloosheid gedwongen, het sparen opgeven. Ontsmetten der woningen. Bij schrijven van Burgemeester en Wethouders van 25 Juli 1931 werd, na een voorstel van den dienst, vergunning verleend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1931 | | pagina 138