4 Aantal woningen, waarom trent aanschrijving werd gedaan tot het aanbrengen van verbeteringen. Aantal woningen, ten aanzien van welke aan de aanschrijving werd voldaan. Aantal woningen, welker bewoning werd gestaakt als gevolg van de aanschrijving. Aantal woningen, ten aan zien van welke bij het einde v.h. verslagjaar de termijn, waarbinnen aan de aan schrijving moest zijn vol daan, nog niet was verstreken. één één 17. Verbetering van woningen als gevolg van onderhandsch overleg tusschen het gemeentebestuur en den eigenaar. In 89 gevallen werden eigenaren van woningen door Burgemeester en Wethouders schriftelijk gewezen op verschillende gebreken aan hun woningen, welke in verband met de voorschriften der Bouw verordening verbetering behoefden. Deze verbeteringen kwamen alle tot stand. 18 Aanschrijvingen ter zake van overbevolking (art. 22 en art. 23, tweede zinsnede, der Woningwet). Werden in 1931 niet gedaan. 19. Zelfstandige onderzoekingen van burgemeester en wethouders krachtens art. 23, eerste zinsnede, der Woningwet. Hadden in 1931 niet plaats. 20. Toepassing van art. 24, eerste en tweede lid, der Woningwet. Werd niet in toepassing gebracht. HOOFDSTUK IV. Onbewoonbaarverklaring, ontruiming, sluiting en afbraak. 21. Onbewoonbaarverklaring ingevolge art. 25, eerste lid, der Woningwet. In 1931 werden 82 woningen onbewoonbaar verklaard. 22. Onbewoonbaarverklaring ingevolge art. 25, tweede lid, der Woningwet. Had niet plaats. 23. Toepassing van art. 25, vierde lid, onder a, b en C, der Woningwet. Vond in 1931 geen toepassing.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1931 | | pagina 160