Naar aanleiding van deze klacht werd door de commissie een onderzoek ter plaatse ingesteld en de klacht gegrond bevonden, met het gevolg, dat de commissie besloot het commissariaat van Politie daarmede in kennis te stellen en het te verzoeken de noodige maatregelen te treffen tot opheffing van dezen toestand. Zij vond 't antwoord, dat daarop werd ontvangen, niet geheel bevredigend. De heer v. d. Velde deed de toezegging, tijdens de inmaak- periode van 't a.s. jaar, op deze inrichting zijn aandacht te vestigen. Ook kwamen bij haar klachten in van bewoners van de Brugstraat en Visscherstraat over hinder van stank van wagens beladen met beenderen en van bergplaatsen voor beenderen. Bij onderzoek bleken deze klachten volkomen gegrond. Ook constateerde zij meerdere malen met beenderen beladen open vrachtwagens in de drukke verkeersstraten dezer Gemeente. Naar aanleiding daarvan, besloot zij 't Gemeentebestuur op dezen ongewenschten toestand te wijzen en 't te verzoeken eene verordening tot stand te brengen, waarin 't vervoer en 't bewaren van beenderen nader wordt omschreven. Zij gaf Burgemeester en Wethouders in overweging in deze verordening o.a. 't navolgende op te nemen Bepaling voor 't vervoeren of tijdelijk bewaren van beenderen afkomstig uit inrichtingen voor verkoop of bereiding van vleeschwaren. „Het is verboden beenderen anders te vervoeren of tijdelijk „te bewaren, dan in goed stankvrij gesloten metalen trommels „of bussen volgens een door Burgemeester en Wethouders „goedgekeurd model". D. Begraafplaatsen. Hiervan niets te vermelden. 13

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1931 | | pagina 186