Volkshuisvesting en Bouwverordening.
HOOFDSTUK IV.
-Q
<L>
De commissie gaf advies aan Burgemeester en Wethouders:
a. Tot onbewoonbaar-verklaring op grond van artikel 21 der
W. W. voor 90 woningen.
b. Tot het aanbrengen van verbeteringen op grond van art. 19
der W. W. voor 4 woningen.
c. Tot het afbreken van woningen op grond van art. 25 der
w. w. voor 4 woningen.
Tot opheffing der onbewoonbaarverklaring op grond van art.
28 der W. W. voor 2 woningen.
Wijziging van het aantal woningen over 1931 inde Gemeente.
Vermeerdering door: Vermindering door:
Gemeente Breda 97 Slooping 22
o Bouwvereenigingen Onttrekken aan de
Particulieren 278 bestemming 2
Verbouwing Onbewoonbaar ver-
Z van perceelen. 10 klaarde woningen 82
Totaal 385 Totaal 106
Alzoo eene vermeerdering van 385 vermindering van 106;
totaal 279.
Bouwverordering.
In het afgeloopen jaar 1931 werd door haar een plaatselijk
onderzoek ingesteld in 55 woningen en erven, en advies uit
gebracht aan Burgemeester en Wethouders van Breda, inzake
aangevraagde uitzondering op het verbod van art. XV der
Bouwverordening. In drie gevallen week de Gemeenteraad bij
zijne beslissing van het advies der commissie af.
De huidige bouwverordening, welke door den Raad der
Gemeente Breda op 27 October 1922 werd vastgesteld en
gewijzigd op 1 9 December 1927, werd dit jaar weder gewijzigd.
Uitbreiding bebouwde fyom.
Het college van B. en W. zond de commissie ter fine van
advies de navolgende ontwerpen tot gedeeltelijke herziening van
het uitbreidingsplan
14