VERSLAG van den toestand der Gemeente^Gasfabriek te Breda over het Dienstjaar 1931. Algemeene toestand. Over het afgeloopen jaar bedroeg de gasproductie 7,103,990 M3 tegen 6,893,090 M?'in 1930 en vermeerderde dus met 210,900 M3 of 3,06 Het is een verblijdend verschijnsel, dat ondanks de ongunstige tijden de gasafgifte nog op bevredigende wijze is toegenomen. Wel bleef de productie niet onbelangrijk bij de raming ten achter, doch dit werd voor een groot deel gecompenseerd doordat het gasverlies 128,000 M3 minder was dan geraamd. Het totaal aantal geplaatste gasmeters vermeerderde in den loop van het jaar met 500 en bedroeg op 31 December 1931 10960. Ten aanzien van het Gasbedrijf werden door den Gemeenteraad de volgende besluiten genomen: d.d. 5 Januari werd besloten tot wijziging v.d. Verordening regelende de voorwaarden voor de levering van gas door het gasbedrijf binnen de gemeente Breda (Gem. Blad 275). Het besluit houdt in, dat voortaan een minimum gasverbruik van 240 M3 per jaar over den gewonen meter door de gasverbruikers moet worden betaald. d.d. 31 Maart werd besloten tot het verleenen van een subsidie, groot f 200 aan het Bestuur van de Gasstichting te 's Gravenhage voor het jaar 1931. d.d 19 Aug werd besloten tot het aangaan van een nieuwe overeenkomst betreffende de levering van gasverbruikstoestellen in- en buiten huurkoop, met den bond v. Handelaren in gasartikelen. d.d. 19 Aug. werd besloten tot vaststelling van het afschrijvings percentage van den nieuwen Reuter-koeler van het Gasbedrijf. Het percentage werd vastgesteld op 5 De ten vorigen jare van de Gemeente Gasfabriek te Eindhoven gekochte Reuter-koeler en exhauster werden geplaatst. De koeler werd geheel gereinigd en daarna op de inmiddels gereedgemaakte fundeering gemonteerd en aan de hoofdgasleiding aangesloten. De inbedrijfstelling had in April plaats. De exhauster werd in eigen werkplaats geheel gereviseerd en van enkele nieuwe onderdeelen voorzien. Vóór de montage werd de oude exhauster tijdelijk buiten de machinekamer opgesteld en aangesloten om op deze wijze gedurende het plaatsen van den nieuwen exhauster toch over de noodige reserve te kunnen beschikken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1931 | | pagina 262