7
Vergaderingen.
In de vergadering van 25 Maart werd de rekening en verant
woording over het jaar 1930 nagezien en accoord bevonden, en
bracht de heer H. W. Derks, als afgevaardigde naar de te
Amsterdam gehouden vergadering van de Nederlandsche Ver-
eeniging voor Armenzorg en Weldadigheid, een uitvoerig en keurig
verslag over het op die vergadering behandelde uit. Eveneens
werd in deze vergadering besproken te bevoegder plaatse stappen
te doen, om de bezoldiging van den secretaris verbeterd te krijgen.
In de vergadering van 10 Juni werd het jaarverslag over 1930
besproken en ongewijzigd goedgekeurd. Besloten werd Burgemeester
en Wethouders een brief te zenden over werkverschaffing en
werkverruiming.
In de vergadering van 27 Juli werd besproken het verzoek van
Burgemeester en Wethouders om hen van advies te dienen in
zake de door de Zuigelingenvereenigingen alhier gedane verzoeken
om subsidie, waaraan bereidwillig werd voldaan.
In de vergadering van 12 October overwoog de Raad de in
stelling van een commissie, die zich ten doel zou stellen, in den
a.s. winter warm voedsel te verstrekken. De Raad besloot tot het
instellen van een dergelijke commissie.
In de vergadering van 26 November was een schrijven inge
komen van den Heer Ch. Lefel, dat hij om gezondheidsredenen
genoodzaakt was ontslag te nemen als bestuurslid en lid van den
Armenraad. De voorzitter sprak een woord van dank voor het
vele en nuttige werk door den scheidende voor den Armenraad
verricht, en werd besloten hem alsnog schriftelijk te bedanken.
Vervolgens werd kennisgegeven van de vele ingekomen giften
voor de voedselvoorziening en dat de uitvoering van de plannen
spoedig konden worden verwacht.
Bestuursvergaderingen.
In de gehouden bestuursvergaderingen werden de algemeene
vergaderingen van den Armenraad voorbereid en kleine zaken,
meestal het bureau betreffend besproken en zoonoodig afgedaan.
Mededeelingen en statistische gegevens aangaande den onder-
zoekingsdienst en het register van inlichtingen.
In het verslagjaar werden uitgebracht 439 rapporten (in 1930
148) op verzoek van Instellingen van Weldadigheid, betrekking
hebbende op de inkomsten, bedeelingen, ouderdom, godsdienst,
gedrag enz. van gezinnen of eenloopende personen, als