VERSLAG van het Burgerlijk Armbestuur
van Breda, over het jaar 1931.
I.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Ter voldoening aan artikel 17 van het Reglement van het
Burgerlijk Armbestuur (Gemeenteblad nr. 224) hebben wij de eer
hiermede verslag uit te brengen van den staat van het arm wezen
in deze gemeente en het gevoerde beheer gedurende het jaar 1931,
alsmede een overzicht van de werkzaamheden, die bovendien aan
onzen dienst zijn opgedragen.
De inhet vorig verslagjaar reeds gememoreerde crisis in diverse
bedrijven, nam gedurende 1931 nog beduidend in omvang toe.
Het was bij onzen dienst, niettegenstaande de door gemeente en
rijk genomen extra maatregelen o.a. invoering van steunregelingen
zoowel voor georganiseerde, als ongeorganiseerde werkloozen,
drukker dan ooit tevoren.
De post bedeeling in geld, oorspronkelijk begroot op f36500.—
moest met f 10664,52 suppletoir worden aangevuld. Er werd op
dezen post f 8837,06 meer uitgegeven dan in het jaar tevoren. De
posten bedeeling in voedingsmiddelen en brandstoffen, waarop
respectievelijk was begroot f 1500,en f 500,—werden beduidend
overschreden en werden deze posten bij suppletoire begrooting
eveneens verhoogd. Uitgegeven werd in 1931 op deze posten
f 4749,68 en f 1671,55, tegen f 1877,79 en f 594,15 in 1930.
Het aantal ondersteunden was dit jaar 551, zijnde 101 meer
dan het jaar tevoren.
De uitvoering van de steunregeling voor ongeorganiseerde en
niet rechthebbende verzekerde werkloozen was aan onzen dienst
opgedragen. In bovenvermelde cijfers zijn de uitkeeringen enz.
aan deze categorie behoeftigen niet opgenomen. Aangezien de
benoodigde financiën hiervoor rechtstreeks door de gemeente
worden verstrekt, en derhalve ook niet op onze rekeningen tot
uitdrukking komen, vindt een en ander in dit verslag een afzon
derlijke vermelding.
Onze verhouding tot de andere weldadigheidsinstellingen in