in het gezin, waarvan de besmettelijke zieke deel uitmaakt,
schoolgaande kinderen zijn, wordt bovendien volgens artikel 8
al. 1 der Besmettelijke ziektewet aan de Hoofden der respectie\e
scholen en aan het Gem. Geneeskundig Schooltoezicht het ziekte
geval bericht.
De betreffende behandelende arts ontvangt vervolgens een
kaart, welke bij den G.G. en G.D. behoort ingezonden te worden,
zoodra de ziekte als afgeloopen kan worden beschouwd en het
besmettingsgevaar geweken. Wij mochten deze kaait in 66 van
de 90 gevallen terugontvangen.
In 1931 werden in de Barak verpleegd:
20 gevallen van diphtherie met 392 verpleegdagen
29 gevallen van scarlatina met 637 verpleegdagen
22 gevallen van erysipelas met 289 verpleegdagen
1 geval van para-typhus met 19 verpleegdagen
1 geval van typhus-abdominalis met 22 verpleegdagen
2 gevallen van poliomyelitis
anterior acuta met 41 verpleegdagen
Gedurende 1931 werden opgenomen in totaal 75 patiënten;
hersteld ontslagen 66 overleden 9 patiënten, waarvan
2 aan roodvonk
5 aan erysipelas
2 aan diphtherie
Op 1 Januari 1932 waren 8 patiënten in verpleging, waarvan
6 wegens scarlatina
1 wegens diphtherie
1 wegens erysipelas
Het aantal verpleegdagen bedroeg gedurende 1931 1400
Er werden gedurende 1931 9 maal ontsmettingen van localiteiten
der barak verricht.
In 4 gevallen van erysipelas
In 2 gevallen van scarlatina
In 2 gevallen van diphtherie
In 1 geval van meningitis.
Er had met inbegrip van den gemeentelijken ambulance-wagen
voor het vervoer van besmettelijke zieken 44 maal rijtuig
ontsmetting plaats.
Desinfectie van kleedingstukken, etc. 17 maal.
Gemeente-Barak.
Ontsmettingen.