.3
behandelen der aanrijdingen enz. waren in 1931 aangewezen
5 agenten, terwijl met den recherche-dienst waren belast
4 hoofdagenten en 3 agenten.
Het landelijk gebied der Gemeente, dat voor de bewaking in
4 zgn. polders is verdeeld, bleef op dezelfde wijze als vorige
jaren bewaakt. In eiken polder wordt door een agent, zgn. polder
agent op ongeregelde, door den Commissaris van Politie aange
geven tijdstippen, zoowel te voet als per rijwiel gesurveilleerd.
De in 1929 ingekrompen bewaking aan de zijde van het
Wilhelminapark, Zandberglaan, Ginnekenweg en Baronielaan bleef
bestaan. Teneinde de verschillende nieuwe stratencomplexen, o.a.
in den Belcrumpolder, het Sportparkkwartier, aan het Dijkplein
en aan het Westeinde te kunnen doen besurveilleeren, wordt sinds
15 Juni 1931 de nachtelijke surveillance geheel per rijwiel uitgevoerd.
Bovendien werd de bezetting van het posthuis Nassaustraat,
waarvan in verband met de steeds toenemende verkeers-
eischen afbreking wordt overwogen, met ingang van boven-
genoemden datum opgeheven. Door de daarvoor noodig geworden
reorganisatie kwamen 's nachts enkele agenten vrij, aan wie
overdag verkeers-contröle, het bezetten van verkeersposten, het
regelen van het verkeer bij Concordia, de controle op de naleving
der verordening tot heffing eener belasting op het houden van
honden,alsmede aanvullende straatsurveillance tegen straatschenderij
e.d. kon worden opgedragen. Desniettemin kon niet worden
voorkomen, dat nog verschillende klachten terzake straatschenderij
werden ingediend.
Het aantal dagen, waarop door ziekte door het personeel werd
verzuimd, bedroeg 750 (1211 in 1930)
Door het personeel werden gedurende 866 uren, zijnde per man
ongeveer 10 Va uur krachtens de in 1929 ingevoerde regeling,
zonder extra betaling, extra dienst verricht (hierbij niet gerekend
de overuren gemaakt tijdens de Burgemeester-feesten, waarvoor
een extra-verlofdag werd toegekend.)
II. Politie-mededeelingen.
Ook in 1931 eischte het verkeer aanhoudende zorg. De in 1930
ingevoerde parkeerregeling bleef gehandhaafd; door het aanleggen
van eenige vluchtheuvels werd getracht de verkeersstroom ter
plaatse van aanleg in goede banen te leiden. Het rij-verkeer van
het Station naar de stad moest in den loop van het jaar 1931
worden omgelegd wegens buiten gebruikstelling der Willemsbrug.
Met waardeering mag worden gewag gemaakt van de belang
stelling, welke de in Breda genomen verkeersmaatregelen in den
lande hebben genoten. Door den Commissaris van Politie en den
Inspecteur van Politie J. H. de Groot werden verschillende ver-
keersvergaderingen bijgewoond; door den laatste werd op uit-
noodiging van den Burgemeester aldaar, aan schoolkinderen te