69
„Op 1 Mei 1931 had de aanbesteding van de verbouwing der
„bovenruimte van de Boterhal tot Museum plaats; het werk kon
„tegen het einde des jaars opgeleverd worden. De indeeling der
„eerste verdieping is teruggebracht tot den tijd, waarin de „boven-
„camere aan de gemeene gesellen van den voetbooghe van het
,,St. Joris-gilde in gebruik werd gegeven de met modern materiaal
„naar hedendaagsche opvatting herstelde gilde-zaal zal als tentoon
stellingszaal dienst doen. De voorzaal op de tweede verdieping
„wordt tot prentenkabinet ingericht Behalve de bij raadsbesluit
„van 10 December 1930 toegewezen bovenverdieping, kon de
„tentoonstellingsruimte worden uitgebreid met het lokaal, gelijk-
.vloers achter de Boterhal gelegen, welke ruimte voornamelijk zal
.dienen tot opstelling van het tot 1893 door de gemeente ge-
.bruikte brandweermateriaal.
„Van den historisch-topografischen atlas „Baronie van Breda"
„werden in den loop van het jaar de afdeelingen „Kaarten" en
„„Portretten" geïnventariseerd en op carton gezet, waarmede de
„ordening van den atlas voltooid is. Deze wordt voortdurend
„uitgebreid en zal in het nieuwe prentenkabinet afwisselend voor
„het publiek tentoongesteld worden.
„Door den Gouverneur der K.M.A. werd welwillend toestemming
„verleend om van een plattegrond van het Valkenberg, geteekend
„door Christoffel Verhoff in 1679, een copie voor den historischen
„atlas te laten vervaardigen.
„Verschillende voorwerpen werden ten geschenke ontvangen,
„andere werden aangekocht.
„De ontvangsten en uitgaven over het jaar 1931 bedroegen
„f 3832,91, waaronder een batig saldo van f 2955,55."
Aan de Commissie voor het geven van beiaard-concerten werd
voor het jaar 1931 een gemeentelijk subsidie van f300,toege
kend, terwijl aan de Commissie tot voorbereiding van volkszang-
dagen een subsidie van f 600,— werd verleend. Verder stelde de
Gemeente f 1800,beschikbaar voor de volksconcerten, welke
door de Arnhemsche Orkestvereeniging onder de auspiciën van
de Afd. Breda der Maatschappij voor Toonkunst gedurende het
winterseizoen werden gegeven.
Voor het restaureeren van de Groote of O. L. Vrouwe-Kerk werd
van gemeentewege in 1931 als zevenentwintigste bijdrage in de
kosten daarvan verstrekt f 8500, Reeds vanaf 1904 wordt jaar
lijks een bijdrage in de restauratie-kosten toegekend. Aanvankelijk
bedroeg zij f 3000,per jaar; in 1910 werd zij verhoogd tot
f 4000,— in 1919 tot f 6000,en in 1921 tot f 6500, Bij
raadsbesluit van 30 Juli 1929 werd besloten, voor een tijdvak van
16 jaar, aanvangende 1930, een jaarlijksche bijdrage van f 8500,—
te verleenen, onder voorwaarde, dat het Rijk 50 0/0 in de geraamde