Uitbreiding van het aantal barakken en doelmatige inrichting op
hygiënisch gebied, zoo mogelijk in aansluiting aan een der zieken
huizen, acht de commissie dringend noodig.
De samenwerking met de gemeentelijke diensten, die aangewe
zen zijn voor de hygiënische verzorging van de stad en hare
bewoners, was goed. Zij verschaften aan de commissie de gegevens
en inlichtingen, welke zij behoefde; waarvoor zij bij dezen haren
dank betuigt.
HOOFDSTUK III.
Toestand van water, bodem, lucht en hetgeen ter verbetering
daarvan is verricht.
A. Waterloopen, Slooten enz,
In den toestand van ernstige vervuiling van het openbare water
in en om de Gemeente Breda, waarvan reeds in de verslagen van
vorige jaren melding werd gemaakt, is in het jaar 1932 nog geen
verandering gekomen.
In dit afgeloopen jaar is van dezen toestand zeer weinig last
ondervonden. Klachten over hinder van stank kwamen dan ook
bij de commissie niet in.
Op 25 Juli 1932 had met den Wethouder van Openbare Werken,
den heer Mr. E. van Mierlo, een bespreking plaats over de ge
stadige vervuiling van 't riviertje ,,De Ley", voor 't gedeelte tus-
schen Breda en Ginneken.
In deze bijeenkomst stelde de commissie den heer v. Mierlo voor,
't riviertje ,,De Ley" voor 't gedeelte Breda Ginneken door werk-
loozen te laten uitbaggeren.
Voor dit werk, hetgeen gemeenschappelijk zou moeten worden
bekostigd door Breda en Ginneken, was ook de medewerking noo
dig van 't Waterschap v. d. Boven-Mark. Reeds waren in 1928,
toen deze zaak voor de le maal aan de orde kwam, pogingen aan
gewend om van dat Waterschap eenige medewerking te bekomen,
echter zonder eenig resultaat.
Naar aanleiding van de conferentie met den heer van Mierlo,
adviseerde Burgemeester en Wethouders haar, zich te wenden
tot Gedeputeerde Staten van N. Brabant, ten einde langs dezen
weg eenige medewerking van het waterschap te bekomen.
Alvorens daartoe over te gaan, besloot zij den watertoevoer