26 worden opgeheven, beantwoorden met de mededeeling, dat zij het voortbestaan der commissie voor de Gemeente Breda nuttig en noodig oordeelt, en dat de geringe bezuiniging geen reden tot op heffing mag zijn. (De kosten voor de Gemeente Breda bedragen jaarlijks gemiddeld 1500 ad 1600, dat is ongeveer 5 cent per inwoner). Wat het toezicht, bedoeld in art. 9 der Woningwet betreft, de commissie heeft de eer U mede te deelen, dat het toezicht een afzonderlijken tak van dienst uitmaakt onder leiding van den adjunct-directeur van openbare werken en uitgeoefend wordt door een Inspecteur der Bouwpolitie. Door de commissie wordt hierop geen controle uitgeoefend, maar wel met dien dienst samengewerkt, zoodat eventueele aangevraag de ontheffingen van de bouwverordening bij het bouwen of ver nieuwen van woningen en klachten over bestaande woningen steeds te zamen met ambtenaren van dien dienst worden onder zocht. Thans in 1932 zijn hare werkzaamheden vanaf 1923 belangrijk toegenomen. Eensdeels 't gevolg van de annexatie, die in 1927 plaats heeft gehad, waardoor het aantal zielen van 3050.000 is toegenomen en de uitgestrektheid der Gemeente is vergroot. Anderdeels door de belangrijke werken, die zij ondernam tot verbetering der hygiënische toestanden in de Gemeente Breda en omgeving. Met dezen ondernomen arbeid bereikte zij verschillende succes sen, die in onderstaande omschrijving zijn aangegeven. De kosten der Gezondheidscommissie bedragen thans slechts 5)/2 cent per inwoner. Toestand water, bodem, lucht. Naar aanleiding van de in de laatste jaren voorkomende ver vuiling der grachten en singels, zeer vermoedelijk veroorzaakt door 't afvalwater der groote fabrieken als o.a. de Kunstzijdefabrieken e.a., diende het lid der commissie Dr. F. B. A. M. Hohmann een schriftelijk voorstel in om tot verbetering van dezen onhygië- nischen toestand te geraken. Hij stelde voor, onderstaand schrijven te richten aan B. en W.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1932 | | pagina 175