31
Hinder van stank der Kunstzijdefabriek
Sinds de oprichting der Kunstzijdefabriek in de Gemeente Prin-
cenhage in 1920 thans na de annexatie in 1927 gelegen in Breda,
heeft de Gemeente steeds te duchten van den hinderlijken stank
dezer inrichting.
Deze stank is vooral in de latere jaren door de uitbreiding dezer
inrichting toegenomen. De commissie had in den loop dezer jaren
conferenties en besprekingen met het Gemeentebestuur, de Di
rectie der H.K.I. en den Inspecteur der Volksgezondheid.
Een en ander leidde tot geen resultaat. De Gemeente Arnhem,
waar zich hetzelfde bezwaar voor de bewoners van eenzelfde in
stallatie voordoet, legde deze kunstzijdefabriek, waarvoor bij
hooger beroep uitspraak werd gedaan, nieuwe voorwaarden op.
Uit bekomen inlichtingen van 't Gemeentebestuur bleek haar,
dat, alhoewel de installatie nog niet volledig in werking is, de
hinder van stank reeds belangrijk minder is geworden.
Naar aanleiding daarvan, had dezer dagen weder eene bespre
king plaats met den Inspecteur der Volksgezondheid.
Alhoewel deze Inspecteur alle mogelijke medewerking wenscht
te verleenen, is 't volgens zijn inzicht nog niet uitgemaakt, of de
opgelegde voorwaarden door de Gemeente Arnhem, voor de H.K.I.
te Breda het gewenschte en zelfde resultaat zullen geven. Vólgens
hem wijkt de fabricage te Breda af van die te Arnhem en zal eerst
dus nog eens moeten worden nagegaan, wat in deze mogelijk zou
kunnen zijn.
De commissie blijft intusschen werkzaam om tot een goede op
lossing te geraken en Breda en omgeving te bevrijden van dezen
zeer hinderlijken stank.
Bij de commissie kwam enkele jaren terug voortdurend klachten
in over hinder van stank der Teolinfabriek te Breda.
De Gezondheidscommissie met den Directeur van den Geneesk.
Dienst, had daarover eene bespreking met de Directie dezer inrich
ting, met het resultaat, dat door het aanbrengen aan den schoor
steen van een horizontaal kanaal met ingebouwde watersproeiers
volgens het Sommersche systeem de hinder van stank geheel voor
de omgeving is opgeheven.