2 de Burgemeester en de Commissaris van Politie uit Leeuwarden, het gemeentebestuur van St. Jansteen. B. Personeel. Ons korps bestond op 31 December 1932 uit: 1 opperbrandmeester, 1 adjunct-opperbrandmeester, 12 brandmeesters, 1 opzichter van het materieel, 1 werkman-chauffeur en 30 brandgasten. 46 personen, alsmede politie-personeel voor de bediening van het politie-brandweermotorrijwiel. 10 Manschappen zijn door den Opperbrandmeester aangewezen als brandwacht bij openbare vermakelijkheden en 8 zijn pijpleider. 8 Brandmeesters en 7 man schappen kunnen de auto-spuiten besturen. C. Reorganisatie. Onze brandweer heeft in 't afgeloopen jaar eene réorganisatie ondergaan, waaromtrent wij het volgende kunnen vermelden Tot Februari j.l. was de gemeente verdeeld in 7 brandkringen. In eiken kring bevond zich een spuithuis, waarin een slangen wagen was geplaatst, met eene standpijp en 150 meter slang. Voor de bediening hiervan waren aangewezen 2 in den kring wonende brandmeesters en 12 manschappen. Mede was in 5 politie-posthuizen een slangenwagen geplaatst, welke bediend werd door de op post zijnde agenten. In het centrum der stad bevond zich bovendien als centrale post eene brandweer garage, waarin geplaatst waren 2 autospuiten, een auto-gereed schapswagen met aanhang-motorspuit en eene Magirus-hand- brandladder, hoog 12 Meter. De brandmeesters hadden op kosten der gemeente een volledig telephoontoestel en ten huize van 3 manschappen in eiken kring was een wekkerschei aangebracht, zoodat elk hunner 3 brand gasten moest wekken. De alarmeering geschiedde vanuit het cen traal telephoonbureau. De ondervinding had herhaaldelijk bewezen, dat het vervoer van de handbrandladder, op 2 wielen, te veel tijd vereischte en dat de bedienende mannen veelal laat en vermoeid op de plaats des onheils aankwamen. Ook bleek deze ladder niet betrouw baar genoeg om eene slang van de motorspuiten erover te leiden. Het uitrukken met de slangenwagens der politie naar eene eenigszins verwijderde plaats vermoeide ook de agenten te zeer om fit ter plaatse te komen. Daarom werd door het brandweer college overwogen hoe hierin de noodige verbetering te brengen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1932 | | pagina 308