J. G. F. M. de Keyser, klerk bij de administratie.
C. M. Bekkers, concierge.
A. J. P. Vermeulen, hulp-concierge-stoker.
Door een wijziging in de lesuren-verdeeling waren de diensten
van den heer F. van Huiten, tijdelijk leeraar V. T. O., niet meer
noodig.
Aangezien de speciale lessen in boetseeren voor 3e en 2e jaar
meubelmakers, in verband met de tegenwoordige meubelstijl, niet
meer die bijzondere beteekenis hebben, waren de diensten van
den heer G. van Aalst, tijdelijk leeraar boetseeren, na 31 Maart
niet meer noodig.
De tijdelijke functie van den heer W- van Gils, als leeraar
wiskunde, werd als zoodanig wederom verlengd.
Aan den heer A. A. Oomen werd op zijn verzoek, ingevolge
zijne benoeming tot Directeur der nieuw te openen Ambachtsschool
te Edam, met ingang van 15 Maart eervol ontslag verleend, als
leeraar van dag- en avondschool. Wij zeggen den heer Oomen
dank voor de aan de School en onderwijs bewezen diensten en
wenschen hem in zijn nieuwe functie veel voldoening en succes toe.
In de daardoor ontstane vacature werd voorzien door de
benoeming van den heer C. J. M. Schilders, bouwkundig opzichter
te Tilburg, tot leeraar timmeren.
De oud-leeraar-wachtgelder L. A. van Dijk, was ook in den
loop van 1932 eenige malen van dienst als tijdelijk leeraar, hetzij bij
ziekte of andere wettige redenen van afwezigheid van leeraren,
ook tijdens de vacature Oomen (15 Maart—1 Mei)
Bij het godsdienstonderwijs werd, ingevolge Bisschoppelijk besluit,
de WelEerw. Heer C. van Leijsen vervangen door den WelEerw.
Heer A. Serrarens.
Directeur en Leeraren vergaderden regelmatig voor het bespreken
van onderwijs- en leerlingen-belangen, puntenlijsten, bevordering, enz.
Waar de directeur in 1932 den 65-jarigen leeftijd bereikte,
volgens de desbetreffende bepalingen tot 1 Jan. 1933 in functie kon
blijven, werd hiertoe met onderling goedvinden besloten.
Burgemeester en Wethouders hadden intusschen tot den Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen het verzoek gericht,
den heer Steggerda na 1 Januari nog eenigen tijd als directeur te
kunnen behouden, vooral in verband met de in Januari aan te
vangen „verbouwing" de Minister oordeelde het beter in deze
den datum van 1 Januari aan te houden