VERSLAG van den toestand der
gemeente Breda over 1932.
Art. 215 der Gemeentewet.
HOOFDSTUK I.
Het Bestuur.
De Gemeenteraad bestond op 31 December 1932 uit de volgende
leden:
A. C. B. van Arendonk,
L. G. van Bedaf,
C. L. M. Brantjes,
A. Broos,
J. j. van Buitenen,
B. Cohen,
C. A. Crul,
Th. P. Elich,
P. G. Gruys,
P. Haaiman,
J. A. Houben,
H. J. van Houten,
J. J. C. M. van Keep,
S. Kooyman,
J. H. Kray,
J. N. Kroone,
P. A. Kuylaars,
A. A. J. M. Loonen,
A. Mabelis,
J. M. Meyvis,
Mr. E. L. H. M. van Mierlo,
Mr. J. Pleyte,
A. Schrauwen,
W. L. A. van de Ven,
H. J. van der Ven,
H. W. Venker,
H. Visser.
Van den heer G. P. P. Esbach, die sinds 6 September 1927 deel
uitmaakte van den Raad, kwam in de vergadering van 8 Juni 1932
een schrijven in behandeling, waarbij hij kennis gaf, dat hij opge
houden had raadslid te zijn. In zijn plaats werd benoemd de heer
J. H. Kray.
De allervoornaamste, in den Gemeenteraad behandelde onder
werpen, naar chronologische volgorde gerangschikt, waren de
volgende: