bovendien, volgens art. 8 al. 1 der besm. ziektenwet aan de Hoofden der respectieve scholen en aan het Geneesk. Schooltoe zicht het ziektegeval bericht. De betreffende behandelende arts ontving na iedere aangifte een kaart, welke bij den G.G. en G.D. behoort ingezonden te worden, zoodra de ziekte als afgeloopen kan worden beschouwd en het besmettingsgevaar geweken. Wij mochten deze kaart in 135 van de 146 gevallen terugontvangen. Gemeente-Barak. In 1932 werden in de Barak verpleegd 39 gevallen (20) van diphtherie 34 gevallen (29) van roodvonk 3 gevallen (22) van erysipelas 2 gevallen 0) van meningitis 2 gevallen 2) van typhus 1 geval (0) van polyarthritus Restant op 1 Januari 1932: 10 patiënten. Gedurende 1932 opgenomen: 71 patiënten. Overleden gedurende 1932: 5 patiënten n.l. 3 overleden aan diphtherie 1 roodvonk 1 erysipelas Ontslagen gedurende 1932 67 patiënten Restant op 31 December 1932: 9 patiënten. Het aantal verpleegdagen in 1932 bedroeg: 2098 (1931: 1400) Ontsmettingen. Er had met inbegrip van den gemeentelijken ambulance-wagen voor het vervoer van besmettelijke zieken 79 maal rijtuigont smetting plaats. Desinfectie van kleedingstukken, etc.23 maal. Onder controle van den Directeur van den G.G. en G.D. ver richtte de fa. Posthumus, alhier: 1 maal ontsmetting van goederen (beddegoed). Lijkenbewaarplaats. Er werden gedurende 1932: 5 lijken tijdelijk geborgen met als doodsoorzaken 1 geval van zelfmoord (verhanging). 1 geval van doodslag. 2 gevallen van verdrinking. 1 verdachte doodsoorzaak. Gerechtelijke sectie had in twee gevallen plaats.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1932 | | pagina 403