Uit het finantieel overzicht blijkt, dat de gemeente bijgepast heeft bedragen schommelend om de ƒ7000.per jaar. (Wegens verfwerk was dit in 1931 hooger.) Bij de beoordeeling van dit cijfer bedenke men, dat de Veemarkt de aanleiding is geweest voor vestiging van vele personen en zaken in den Belcrumpolder. Natuurlijk zal de toekomst pas kunnen uitwijzen of de markt er uiteindelijk „komt". Gezien de ontwikkeling, mag men toch wel hoop koesteren, dat de markt zal groeien. Ideaal zal zijn, indien de markt kan worden bekostigd uit de inkomsten van marktgelden. maar naar mijne meening is de tegenwoordige markt een offer hetwelk, zooals boven is aangegeven, wordt geput uit de slachthuiswinst ten volle waard. De directeur van het openbaar slachthuis, den vleeschkeuringsdienst en de veemarkt, J. J. MEIER. 44

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1932 | | pagina 465