61 „werd gehuisvest ten huize van den heer Van Oirschot, opdat „deze daaruit in voorkomende gevallen kan putten. „Ook dit jaar schonk de Afdeeling weer een aantal boekwerken „van algemeen ontwikkelenden aard uit de rente van het daarvoor „bestemde legaat aan de Gevangenisbibliotheek." Aan de Afdeeling Breda der R. K. Reclasseeringsvereeniging werd voor 1932 eveneens een subsidie van 25.verleend. In het jaarverslag dier instelling lezen wij-het volgende: „Ook in 1932 werd een retraite voor de Katholieke gevangenen „gegeven. Op de hooge kerkelijke feestdagen liet ouder gewoonte „onze afdeeling op het altaar der gevangeniskerk een bloemver- „siering aanbrengen. Op den vooravond van Kerstmis ontvingen „de gevangenen eenige versnaperingen en een potje bloemen, „welke uitdeeling door onze afdeeling geschiedde in samenwerking „met het Ned. Genootschap tot zedelijke verbetering van Gevan genen en het Leger des Heils. „In 1932 werden door de celbezoekers, evenals in het'vooraf- „gaandejaar, 67 celrapporten ingediend. De celbezoekers brachten „in het afgeloopen jaar 365 celbezoeken (vorig jaar 317), waarbij „bezocht werden 1350 cellen (v. j. 1219), terwijl het aantal be doeken door de bestuursleden varieerde van 2 tot 25. „Op 1 Januari 1932 had de afdeeling geen voorwaardelijk in- vrijheidgestelden onder toezicht. In 1932 werd het toezicht op gedragen over 6 voorwaardelijk in vrijheid gestelden, onder wie „1 vrouw. Deze 6 stonden op 31 December 1932 nog onder toezicht. „De afdeeling kreeg het toezicht over 1 uit een Rijksopvoedings- gesticht voorwaardelijk ontslagen jongen, die nog onder toezicht „staat, doch binnenkort 21 jaar wordt, waardoor de onder toezicht- „stelling eindigt. „Het aantal voorwaardelijk veroordeelden, dat op 1 Januari 1932 „onder toezicht stond, was 113 (v. j. 83); in 1932 werden onder „toezicht gesteld 39 (v. j. 57); totaal dus 152 (v. j. 140). Op 31 „December 1932 stonden nog onder toezicht 123 voorwaardelijk „veroordeelden, onder wie 12 vrouwen. Verder stonden nog onder toezicht op 1 Januari 1932 6 per sonen, die voorwaardelijk niet vervolgd werden, welk aantal in „1932 met 4 werd uitgebreid, zoodat op 1 Januari 1933 10 dezer „personen onder toezicht stonden. „Voor 1 persoon, wiens straf voorloopig niet ten uitvoer zou „worden gelegd, is in 1932 de onder toezicht stelling geëindigd. „In het geheel stonden dus bij den aanvang van 1933 onder „toezicht der afdeeling: „123 voorwaardelijk veroordeelden; 6 voorwaardelijk in vrijheid gestelden; 1 voorwaardelijk uit een Rijksopvoedingsgesticht ontslagene; 10 die voorwaardelijk niet vervolgd worden. „140 personen in totaal (v. j. 121).

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1932 | | pagina 61