11 ,en folkloristisch oogpunt zeer merkwaardig deden" de schutters, ,de vaandels, de bouwfragmenten en afgietsels het niet tegen den rustig voornamen achtergrond van eiken-triplex en in het volle .daglicht. Er is zorgvuldig geschift en uitgezocht en voorloopig, .hetgeen minder geschikt bleek tot expositie in deze zaal, opge- borgen op den zolder en in het benedenlokaal en, toen alles prop- ,vol bleek, is met toestemming van B. en W. het resteerende op ,drie volle vrachtauto's naar een paar lokalen aan den Beijerd .tijdelijk in depot vervoerd. „Reeds enkele jaren bestonden er bij het Bisdom plannen voor .de stichting van een eigen Bisschoppelijk Museum, waaraan in ,het E. K. Huis een bescheiden begin van uitvoering was gegeven. „Met het voorbeeld van Utrecht voor oogen, waarin 1921 in ,het oude St. Agnietenklooster met bij-gebouwden nieuwen vleugel, .zoowel de gemeenteverzamelingen als de verzameling van het .Aartsbisschoppelijk Museum zijn ondergebracht, werd door het .bestuur van het Sted. Museum te Breda, een soortgelijk voorstel tot ,Mgr. Hopmans gericht, waarbij de bijeen te brengen verzameling ,als geheel door het Bisdom in bruikleen aan het Museum-bestuur ,zou worden afgestaan, waar tegenover het bestuur de bewaring, .verzorging, toezicht en opstelling dezer oude kunstschatten op .zich zou nemen Z H E. zegde volle medewerking toe. Met een „Bisschoppelijke machtiging en aanbevelingsbrief, bezocht daarop „de voorzitter der Museumcommissie, Mr. E. Baron Speyart van „Woerden, systematisch alle pastorieën, kerken en kloosters van ,het Bisdom in Noord-Brabant en ZeeuwschVlaanderen en slaagde ,er in een zeer belangrijke verzameling op het gebied van kerkelijke kunst en geschiedenis, voor het meerendeel reeds beschreven door .Monumentenzorg, bijeen te brengen en aldus voor verwaarloo- „zing, vernietiging en verspreiding buiten Brabant te bewaren. „Autovrachten kunstschatten zijn de daaropvolgende maanden .binnengeoogst; koperen doopschotels en kandelaars, gesmeed ijzer- ,werk, tin, zeldzaam mooi gedreven zilver, waaronder een 15e .eeuwsche reliekhouder van het Gilde van St. Joris te Leuven .bovenal vermeld dient te worden, houtsculptures, waaronder een .streng Gothieke beeldengroep van de H. Anna. drie zelfs uit begin ,1500, rijke renaissance tot uitbundige barok toe, rijk geborduurde .paramenten, vroegen om huisvesting binnen „de camere van het .aloude Gilde van St. Joris" en zijn even zoovele getuigen van ,den kunstzin en de vroomheid in Brabant en Zuid-Nederland .gedurende de vier laatste eeuwen. De gemeente Breda stond het .groote schilderij van het H. Sacrament van Mirakel van Niervaert ,in bruikleen af. Van de adviezen, ingewonnen bij het Rijks Museum ,te Amsterdam en het Aartsbisschoppelijk Museum te Utrecht en ,van de voorschriften van den Oudheidkundigen Bond werd een .dankbaar gebruik gemaakt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Verslagen van de toestand van de gemeente | 1932 | | pagina 72